Mededeling in het PB

 

Beroep, op 10 september 2002 ingesteld door T. Dionyssopoulou tegen Raad van de Europese Unie

    (Zaak T-284/02)

    Procestaal: Frans

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 10 september 2002 beroep ingesteld tegen Raad van de Europese Unie door T. Dionyssopoulou, woonachtig te Brussel, vertegenwoordigd door J. A. Martin, advocaat.

Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

(nietig te verklaren het besluit van de Raad om verzoekster in de bevorderingsronde 2001 niet tot de rang C2 te bevorderen;

(de Raad te veroordelen, verzoekster een schadevergoeding ten bedrage van 300 000 EUR te betalen;

(de Raad in de kosten te verwijzen.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster beroept zich op kennelijk onjuiste beoordeling met het betoog, dat verweerder verzoeksters diensttijd in haar rang niet, zelfs niet subsidiair, in aanmerking heeft genomen. Zij beroept zich bovendien op miskenning van artikel 5 van het Statuut op grond dat er een contradictie bestaat tussen verzoeksters bekwaamheden en het behoud van haar rang. Volgens verzoekster heeft verweerder evenmin de besluiten van het paritair comité van 16 juli 1993 geëerbiedigd, door rekening te houden met de effectieve diensttijd van verzoekster en het aantal dagen afwezigheid wegens ziekte. Tenslotte schrijft het Statuut voor dat de ambtenaar wordt geëerbiedigd en zo nodig wordt bijgestaan en zelfs dat zijn belangen worden behartigd. In casu is verzoekster het slachtoffer van belaging waardoor haar loopbaan is geblokkeerd.

____________