Language of document :

Beroep ingesteld op 22 juni 2007 - Donnici / Parlement

(Zaak T-215/07)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partij: Beniamino Donnici (vertegenwoordigers: M. Sanino, I. Perego en P. Salvatore, avvocati)

Verwerende partij: Europees Parlement

Conclusies

het besluit van het Europees Parlement van 24 mei 2007 betreffende het onderzoek van de geloofsbrieven van verzoeker nietig te verklaren;

artikel 3, lid 5, van het huishoudelijk reglement van het Europees Parlement onwettig te verklaren in de zin van artikel 241 EG;

verwerende partij te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Met het besluit waartegen onderhavig beroep zich richt, is het mandaat van het lid van het Europees Parlement Beniamino Donnici, wiens verkiezing door de bevoegde nationale autoriteiten is medegedeeld, ongeldig verklaard en is de geldigheid van het mandaat van Achille Occhetto bevestigd.

De Consiglio di Stato (Raad van State) heeft bij arrest waartegen geen beroep meer openstaat de uitroeping van Achille Occhetto tot lid van het Europees Parlement nietig verklaard.

Ter ondersteuning van zijn vorderingen voert verzoeker aan dat het Europees Parlement:

niet bevoegd was om zich uit te spreken over de geldigheid van het mandaat van Donnici;

artikel 12 van de Akte van 1976 heeft geschonden, welke bepaling in het geheel niet toestaat dat besluiten die door de nationale autoriteiten in het kader van hun prerogatieven zijn uitgevaardigd, ter discussie worden gesteld;

ten onrechte artikel 3, lid 5, van het huishoudelijk reglement heeft toegepast, ten aanzien van welke bepaling een exceptie van onwettigheid wordt opgeworpen omdat zij in strijd is met de Akte van 1976. Dit reglement, een handeling van afgeleid recht, kan het Europees Parlement geen bevoegdheden verlenen die niet reeds in de Akte zijn voorzien;

er ten onrechte van uit is gegaan dat sprake was van een schending van artikel 6 van de Akte van 1976 en het beginsel van het gezag van gewijsde van rechterlijke beslissingen heeft geschonden door het definitief geworden arrest, dat in deze zaak door de nationale rechter is uitgesproken, "buiten toepassing te laten";

het litigieuze besluit niet toereikend heeft gemotiveerd en in bijzonder niet heeft toegelicht op welke gronden het het afwijkende advies van zijn juridische dienst niet heeft opgevolgd.

____________