Language of document :

Arrest van het Hof (Grote kamer) van 20 september 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Bundesverwaltungsgericht - Duitsland) – Bundesrepublik Deutschland/SpaceNet AG (C‑793/19), Telekom Deutschland GmbH (C‑794/19)

(Gevoegde zaken C-793/19 en 794/19)1

(Prejudiciële verwijzing – Verwerking van persoonsgegevens in de sector elektronische communicatie – Vertrouwelijk karakter van de communicatie – Aanbieders van elektronische-communicatiediensten – Algemene en ongedifferentieerde bewaring van verkeers- en locatiegegevens – Richtlijn 2002/58/EG – Artikel 15, lid 1 – Handvest van de grondrechten van de Europese Unie – Artikelen 6, 7, 8 en 11 en artikel 52, lid 1 – Artikel 4, lid 2, VEU)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundesverwaltungsgericht

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Bundesrepublik Deutschland

Verwerende partijen: SpaceNet AG (C‑793/19), Telekom Deutschland GmbH (C‑794/19

Dictum

Artikel 15, lid 1, van richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie), zoals gewijzigd bij richtlijn 2009/136/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009, gelezen in het licht van de artikelen 7, 8 en 11 alsook artikel 52, lid 1, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie,

moet aldus worden uitgelegd dat:

het zich verzet tegen nationale wettelijke maatregelen die met het oog op de bestrijding van zware criminaliteit en de voorkoming van ernstige bedreigingen voor de openbare veiligheid preventief voorzien in een algemene en ongedifferentieerde bewaring van verkeers- en locatiegegevens;

het zich niet verzet tegen nationale wettelijke maatregelen:

op grond waarvan aan aanbieders van elektronische-communicatiediensten, ten behoeve van de bescherming van de nationale veiligheid, een bevel tot algemene en ongedifferentieerde bewaring van verkeers‑ en locatiegegevens kan worden gegeven in situaties waarin de betrokken lidstaat wordt geconfronteerd met een ernstige bedreiging voor de nationale veiligheid die reëel en actueel of voorzienbaar is, mits het besluit waarbij dit bevel wordt opgelegd, op doeltreffende wijze kan worden getoetst door een rechterlijke instantie of onafhankelijke bestuurlijke entiteit waarvan de beslissing bindend is – waarbij deze toetsing ertoe strekt na te gaan of een van die situaties zich voordoet en of de voorwaarden en waarborgen waarin moet worden voorzien in acht genomen zijn – en mits dat bevel slechts kan worden uitgevaardigd voor een periode die niet langer is dan strikt noodzakelijk, maar die kan worden verlengd als die bedreiging blijft bestaan;

die met het oog op de bescherming van de nationale veiligheid, de bestrijding van zware criminaliteit en de voorkoming van ernstige bedreigingen voor de openbare veiligheid voorzien in een gerichte bewaring van verkeers- en locatiegegevens die op basis van objectieve en niet-discriminatoire factoren wordt afgebakend aan de hand van categorieën betrokken personen of van een geografisch criterium, voor een periode die niet langer is dan strikt noodzakelijk maar die kan worden verlengd;

die met het oog op de bescherming van de nationale veiligheid, de bestrijding van zware criminaliteit en de voorkoming van ernstige bedreigingen voor de openbare veiligheid voorzien in een algemene en ongedifferentieerde bewaring van de IP-adressen die zijn toegewezen aan de bron van een verbinding, voor een periode die niet langer is dan strikt noodzakelijk;

die met het oog op de bescherming van de nationale veiligheid, de bestrijding van criminaliteit en de bescherming van de openbare veiligheid voorzien in een algemene en ongedifferentieerde bewaring van de gegevens die betrekking hebben op de burgerlijke identiteit van de gebruikers van elektronische-communicatiemiddelen, en

die met het oog op de bestrijding van zware criminaliteit en, a fortiori, de bescherming van de nationale veiligheid voorzien in de mogelijkheid om bij een aan effectieve rechterlijke toetsing onderworpen besluit van de bevoegde autoriteit aan aanbieders van elektronische-communicatiediensten een bevel te geven tot spoedbewaring, gedurende een bepaalde periode, van de verkeers- en locatiegegevens waarover zij beschikken,

mits die maatregelen, door middel van duidelijke en nauwkeurige regels, waarborgen dat de gegevens in kwestie slechts worden bewaard indien aan de daarvoor geldende materiële en procedurele voorwaarden is voldaan, en mits de betrokken personen beschikken over effectieve waarborgen tegen de risico’s op misbruik.

____________

1 PB C 45 van 10.2.2020.