Language of document : ECLI:EU:T:2013:588





Arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 12 november 2013 –
Gamesa Eólica/BHIM – Enercon (Uitvloeiende groentinten)

(zaak T‑245/12)

„Gemeenschapsmerk – Nietigheidsprocedure – Absolute weigeringsgrond – Aanvraag voor gemeenschapsmerk dat bestaat in uitvloeiende groentinten – Onderscheidend vermogen – Artikel 7, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 207/2009 – Kwade trouw – Artikel 52, lid 1, sub b, van verordening nr. 207/2009 – Artikel 62 van verordening nr. 207/2009”

1.                     Gemeenschapsmerk – Beroepsprocedure – Beroep tegen beslissing van in eerste aanleg uitspraak doende instantie van het Bureau dat wordt verwezen naar kamer van beroep – Functionele continuïteit tussen deze twee instanties – Onderzoek van beroep door kamer van beroep – Omvang (Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 64, lid 1) (cf. punten 18‑20)

2.                     Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van gemeenschapsmerk – Tekens die merk kunnen vormen – Kleuren of kleurencombinaties – Voorwaarde – Onderscheidend vermogen (Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 7, lid 1, sub b, en 3) (cf. punten 24‑30)

Voorwerp

Beroep tegen de beslissing van de eerste kamer van beroep van het BHIM van 1 maart 2012 (zaak R 260/2011‑1) inzake een nietigheidsprocedure tussen Gamesa Eólica SL en Enercon GmbH

Dictum

1)

De beslissing van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) van 1 maart 2012 (zaak R 260/2011‑1) wordt vernietigd.

2)

Het BHIM draagt zijn eigen kosten en die van Gamesa Eólica, SL.