Language of document :

Beroep ingesteld op 2 januari 2014 – Anudal Industrial/Commissie

(Zaak T-3/14)

Procestaal: Spaans

Partijen

Verzoekende partij: Anudal Industrial, SL (Badalona, Spanje) (vertegenwoordigers: J. García Muñoz, J. Jiménez-Blanco en J. Corral García, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

de artikelen 1 tot en met 6 van het besluit te vernietigen;

subsidiair artikel 4 van het besluit te vernietigen voor zover daarbij de terugvordering van de steun wordt gelast, en

de Commissie te verwijzen in alle kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Het in casu bestreden besluit is hetzelfde besluit als in zaak T-515/13, Commissie/Spanje.

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij vijf middelen aan.

Het bestreden besluit schendt wezenlijke vormvoorschriften en is in strijd met de artikelen 20, 21, 41, lid 1, van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie doordat het is vastgesteld na een door wezenlijke onregelmatigheden aangetaste onderzoeksprocedure.

Onjuiste rechtsopvatting wegens schending van de artikelen 107 en 108 VWEU, door te oordelen dat de in deze procedure aan de orde zijnde maatregelen staatssteun vormen zonder dat het selectieve karakter ervan is bewezen.

Onjuiste rechtsopvatting wegens schending van de artikelen 107 en 108 VWEU, door te oordelen dat de in deze procedure aan de orde zijnde maatregelen staatssteun vormen zonder dat is bewezen dat genoemde maatregelen gevolgen hebben voor het communautaire handelsverkeer.

Onjuiste rechtsopvatting wegens schending van artikel 107, lid 1, VWEU en een motiveringsgebrek, door vast te stellen dat sprake is van staatssteun waarbij de economische belangengroeperingen en hun investeerders worden aangemerkt als begunstigden, zonder dat genoemd besluit hun concurrentievoordelen verschaft of het intracommunautaire handelsverkeer in de respectieve sectoren ervan ongunstig beïnvloedt.

Onjuiste rechtsopvatting door, in strijd met de beginselen van rechtszekerheid, bescherming van gewettigd vertrouwen en gelijke behandeling en artikel 14 van verordening (EG) nr. 659/1999, de terugvordering van de eventuele steun te gelasten.