Language of document :

Mededeling in het PB

 

Beroep, op 2 maart 2005 ingesteld door Akzo Nobel NV, Akzo Nobel Nederland BV, Akzo Nobel Chemicals International BV, Akzo Nobel Chemicals BV en Akzo Nobel Functional Chemicals BV tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

(Zaak T-112/05)

Procestaal: Engels

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 2 maart 2005 beroep ingesteld tegen de Commissie van de Europese Gemeenschappen door Akzo Nobel NV, gevestigd te Arnhem (Nederland), Akzo Nobel Nederland BV, gevestigd te Arnhem (Nederland), Akzo Nobel Chemicals International BV, gevestigd te Amersfoort (Nederland), Akzo Nobel Chemicals BV, gevestigd te Amersfoort (Nederland), en Akzo Nobel Functional Chemicals BV, gevestigd te Amersfoort (Nederland), vertegenwoordigd door C. R. A. Swaak en J. de Gou, advocaten.

Verzoeksters concluderen dat het het Gerecht behage:

-    de wettigheid van de bestreden beschikking te toetsen aan artikel 230 EG;

-    de bestreden beschikking nietig te verklaren op grond van artikel 230 EG;

-    de Commissie te verwijzen in haar eigen kosten en die van verzoeksters.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoeksters komen op tegen de beschikking van de Commissie van 9 december 2004 betreffende een procedure ingevolge artikel 81 EG en artikel 53 EER (COMP/E-2/37.533 - choline chloride), waarin wordt vastgesteld dat verzoeksters betrokken zijn geweest bij een complex van overeenkomsten en onderling afgestemde gedragingen bestaande in het maken van prijsafspraken, verdeling van de markt en onderling afgestemd optreden tegen concurrenten in de sector choline chloride in de EER, en aan verzoeksters een boete wordt opgelegd.

Tot staving van hun beroep stellen verzoeksters schending van artikel 23, lid 2, van verordening nr. 1/20031 doordat de Commissie de aansprakelijkheid voor de inbreuk tevens bij Akzo Nobel NV, de houdstermaatschappij van het Akzo Nobel concern, heeft gelegd. Volgens verzoeksters had Akzo Nobel NV geen beslissende invloed op het commercieel beleid van haar dochters.

Verzoeksters stellen voorts dat de boete die aan verzoeksters gezamenlijk en hoofdelijk is opgelegd, voor een van de verzoeksters hoger is dan het maximum van 10 % van de omzet. Volgens verzoeksters had de Commissie de individuele aansprakelijkheid van elke vennootschap moeten beperken.

Ten slotte stellen verzoeksters niet-nakoming van de motiveringsplicht. Volgens verzoeksters heeft de Commissie haar oordeel dat Akzo Nobel NV gezamenlijk en hoofdelijk aansprakelijk is, gebaseerd op een verkeerde redenering en heeft zij niet aangegeven waarom zij de gezamenlijke en hoofdelijke aansprakelijkheid voor een van de verzoeksters heeft vastgesteld op een bedrag dat hoger is dan het maximum van 10 % van de omzet.

____________

1 - Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1, blz. 1).