Language of document :

Beroep ingesteld op 3 maart 2010 - Europese Commissie / Raad van de Europese Unie

(Zaak C-117/10)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: V. Di Bucci, L. Flynn, K. Walkerová, A. Stobiecka-Kuik, gemachtigden)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

beschikking 2010/10/EG1 van de Raad van 20 november 2009 betreffende de toekenning door de autoriteiten van de Republiek Polen van staatssteun voor de aankoop van landbouwgrond tussen 1 januari 2010 en 31 december 2013, nietig verklaren;

de Raad van de Europese Unie verwijzen in de kosten van de onderhavige procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Met de vaststelling van de bestreden beschikking deed de Raad het besluit van de Commissie teniet dat voortvloeide uit het voorstel voor passende maatregelen in punt 196 van de landbouwrichtsnoeren van 2007 en uit de onvoorwaardelijke aanvaarding ervan door Polen, waardoor dit land werd verplicht uiterlijk op 31 december 2009 een einde te maken aan een bestaande steunregeling voor de aankoop van landbouwgrond. Onder het mom van buitengewone omstandigheden heeft de Raad Polen in feite toegestaan deze regeling te behouden tot het aflopen van de landbouwrichtsnoeren van 2007 op 31 december 2013. De door de Raad ter motivering van zijn beschikking aangevoerde omstandigheden zijn duidelijk geen buitengewone omstandigheden die de gegeven beschikking rechtvaardigen en houden geen rekening met het besluit van de Commissie betreffende deze regeling. De Commissie voert ter ondersteuning van haar beroep tot nietigverklaring vier middelen aan:

a) In de eerste plaats is zij van mening dat de Raad niet bevoegd was om op te treden op grond van artikel 88, lid 2, derde alinea, EG, omdat hij niet binnen de in de vierde alinea van deze bepaling vastgestelde termijn van drie maanden had beslist op het Poolse verzoek, en omdat de door hem goedgekeurde steun in elk geval bestaande steun was die Polen, toen het de hem door de Commissie voorgestelde passende maatregelen aanvaardde, had toegezegd op te heffen tegen eind 2009.

b) In de tweede plaats heeft de Raad misbruik gemaakt van zijn bevoegdheden door te trachten te bewerkstelligen dat steunmaatregelen die Polen tot eind 2009 maar niet na die datum mocht behouden, gehandhaafd konden blijven tot 2013.

c) In haar derde middel stelt de Commissie verder dat de bestreden beschikking is vastgesteld in strijd met het beginsel van loyale samenwerking dat van toepassing is op de lidstaten en ook tussen de instellingen. Bij zijn beschikking heeft de Raad Polen ontslagen van zijn verplichting tot samenwerking met de Commissie in verband met de door die lidstaat aanvaarde passende maatregelen met betrekking tot bestaande steun voor de aankoop van landbouwgrond in het kader van de samenwerking krachtens artikel 88, lid 1, EG.

d) Met haar laatste middel voert de Commissie aan dat de Raad een kennelijke beoordelingsfout heeft gemaakt, voor zover hij vaststelde dat buitengewone omstandigheden de vaststelling van de goedgekeurde maatregel rechtvaardigden.

____________

1 - PB 2010, L 4, blz. 89.