Arrest van het Hof (Grote kamer) van 16 maart 2021 – Europese Commissie/Republiek Polen, Hongarije
(Zaak C-562/19 P)1
(Hogere voorziening – Artikel 107, lid 1, VWEU – Staatssteun – Poolse belasting op de detailhandel – Artikel 108, lid 2, VWEU – Besluit tot inleiding van de formele onderzoeksprocedure – Elementen voor het bepalen van het referentiestelsel – Progressiviteit van de tarieven – Bestaan van een selectief voordeel – Bewijslast)
Procestaal: Pools
Partijen
Rekwirante: Europese Commissie (vertegenwoordigers: K. Herrmann, P.-J. Loewenthal en V. Bottka, gemachtigden)
Andere partijen in de procedure: Republiek Polen (vertegenwoordigers: B. Majczyna, M. Rzotkiewicz en M. Szydło, gemachtigden), Hongarije (vertegenwoordigers: M. Z. Fehér en G. Koós, gemachtigden)
Dictum
De hogere voorziening wordt afgewezen.
De Europese Commissie wordt verwezen in de kosten.
Hongarije draagt zijn eigen kosten.
____________
1 PB C 328 van 30.9.2019.