Language of document : ECLI:EU:T:2015:630





Arrest van het Gerecht (Derde kamer) van 10 september 2015 –
Griekenland/Commissie

(Zaak T‑346/13)

„EOGFL – Afdeling Garantie – ELGF en ELFPO – Van financiering uitgesloten uitgaven – Maatregelen voor plattelandsontwikkeling – Agromilieu – Toereikendheid van de controles – Forfaitaire financiële correcties”

1.                     Landbouw – Gemeenschappelijk landbouwbeleid – Financiering door het EOGFL, het ELGF en het ELFPO – Toekenning van steun en premies – Verplichting van de lidstaten om een doelmatig stelsel van administratieve controles en inspecties ter plaatse op te zetten – Omvang (Verordeningen van de Commissie nr. 796/2004 , art. 29, en nr. 1975/2006, art. 12, lid 1, 14, lid 2, en 15) (cf. punten 32‑34)

2.                     Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Besluit betreffende de goedkeuring van de rekeningen voor uitgaven die door het EOGFL, het ELGF en het ELFPO zijn gefinancierd – Verplichting voor de Commissie om in een besluit houdende onttrekking van bepaalde uitgaven van EU-financiering melding te maken van de verplichtingen die de lidstaat niet zou zijn nagekomen (Art. 296 VWEU; verordeningen nrs. 796/2004 en 1975/2006 van de Commissie) (cf. punten 37, 38, 79, 90, 91)

3.                     Landbouw – Gemeenschappelijk landbouwbeleid – Financiering door het EOGFL, het ELGF en het ELFPO – Toekenning van steun en premies – Verplichting van de lidstaten om een doelmatig stelsel van administratieve controles en inspecties ter plaatse op te zetten – Opstellen van een rapport voor elke controle ter plaatse – Vereiste inhoud (Verordening nr. 796/2004 van de Commissie, art. 28, lid 1) (cf. punten 51, 52)

4.                     Landbouw – Gemeenschappelijk landbouwbeleid – Financiering door het EOGFL, het ELGF en het ELFPO – Goedkeuring van de rekeningen – Weigering van tenlasteneming van uitgaven als gevolg van onregelmatigheden bij de toepassing van de Unieregeling – Betwisting door de betrokken lidstaat – Bewijslast – Verdeling onder de Commissie en de lidstaat (Verordeningen van de Commissie nr. 1974/2006 , art. 27, lid 3, en nr. 1975/2006, art. 10) (cf. punten 101‑105, 110, 118)

5.                     Recht van de Europese Unie – Beginselen – Evenredigheid – Draagwijdte (Art. 5, lid 4, VEU) (cf. punt 113)

6.                     Landbouw – Gemeenschappelijk landbouwbeleid – Financiering door het EOGFL, het ELGF en het ELFPO – Goedkeuring van de rekeningen – Weigering van tenlasteneming van uitgaven als gevolg van onregelmatigheden bij de toepassing van de Unieregeling – Forfaitaire correctie van 5 % als gevolg van ontoereikende controles, door een lidstaat, van de naleving van de milieumaatregelen in verband met het criterium inzake het gebruik van mest – Toelaatbaarheid – Voorwaarden (Verordening nr. 1290/2005 van de Raad, art. 31, lid 2) (cf. punten 114, 115, 120, 121)

Voorwerp

Verzoek tot nietigverklaring van uitvoeringsbesluit 2013/214/EU van de Commissie van 2 mei 2013 houdende onttrekking aan EU-financiering van bepaalde uitgaven die de lidstaten hebben verricht in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), afdeling Garantie, in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) of in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (PB L 123, blz. 11)

Dictum

1)

Uitvoeringsbesluit 2013/214/EU van de Commissie van 2 mei 2013 houdende onttrekking aan EU-financiering van bepaalde uitgaven die de lidstaten hebben verricht in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), afdeling Garantie, in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) of in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo), wordt nietig verklaard voor zover daarbij aan de Helleense Republiek een financiële correctie van 2 % wordt opgelegd wat betreft de submaatregelen „biologische landbouw” en „biologische veeteelt” van de agromilieumaatregelen.

2)

Het beroep wordt verworpen voor het overige.

3)

De Helleense Republiek en de Europese Commissie dragen hun eigen kosten.