Language of document : ECLI:EU:F:2016:182

BESCHIKKING VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN
VAN DE EUROPESE UNIE

(Derde kamer)

21 juli 2016

Zaak F‑70/14 DISS

Anne-Claire Simon

tegen

Europese Commissie

„Openbare dienst – Ambtenaren – Pensioenen – Artikel 11, lid 2, van bijlage VIII bij het Statuut – Pensioenrechten die vóór de indiensttreding bij de Unie zijn verworven in een nationale pensioenregeling – Overdracht aan de pensioenregeling van de Unie – Voorstel voor extra pensioenjaren – Begrip bezwarend besluit – Kennelijke niet-ontvankelijkheid – Artikel 81 van het Reglement voor de procesvoering”

Betreft:      Beroep, ingesteld krachtens artikel 270 VWEU, van toepassing op het EGA-Verdrag op grond van artikel 106 bis ervan, waarmee Anne-Claire Simon en Silvia Cobo Benito vragen om nietigverklaring van de besluiten van het tot aanstelling bevoegd gezag van de Europese Commissie waarbij het de pensioenrechten die zij vóór hun indiensttreding bij de Unie hadden verworven definitief heeft vastgesteld in het kader van de pensioenregeling van de Europese Unie.

Beslissing:      Het beroep wordt kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Simon draagt haar eigen kosten en wordt verwezen in de kosten van de Europese Commissie.

Samenvatting

Beroepen van ambtenaren – Bezwarend besluit – Begrip – Voorstel voor extra pensioenjaren met het oog op de overdracht aan de regeling van de Unie van vóór de indiensttreding bij de Unie verworven pensioenrechten – Daarvan uitgesloten

(Ambtenarenstatuut, art. 91, lid 1, en bijlage VIII, art. 11, lid 2)

Een voorstel voor extra pensioenjaren, dat een ambtenaar wordt gedaan met het oog op de overdracht aan de pensioenregeling van de Unie van pensioenrechten die in het kader van een ander stelsel zijn verworven, brengt geen bindende rechtsgevolgen teweeg die de rechtspositie van de adressaat ervan rechtstreeks en onmiddellijk raken doordat zij deze kenmerkend wijzigen. Bijgevolg vormt het geen bezwarend besluit in de zin van artikel 91, lid 1, van het Statuut.

(cf. punt 26)

Referentie:

Gerecht van de Europese Unie: arresten van 13 oktober 2015, Commissie/Verile en Gjergji, T‑104/14 P, EU:T:2015:776, punt 62, en Teughels/Commissie, T‑131/14 P, EU:T:2015:778, punt 58