Arrest van het Gerecht van 16 juli 2014 – Hassan/Raad
(Zaak T-572/11)
„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid ‒ Beperkende maatregelen tegen Syrië ‒ Bevriezing van tegoeden ‒Beroep tot nietigverklaring ‒ Aanpassing van conclusies ‒ Tardiviteit ‒ Motiveringsplicht ‒ Rechten van verdediging ‒ Recht op effectieve rechterlijke bescherming ‒ Kennelijke beoordelingsfout ‒ Eigendomsrecht ‒ Evenredigheid ‒ Schadevordering”
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: Samir Hassan (Damascus, Syrië) (vertegenwoordigers: É. Morgan de
n Syrië (PB L 218, blz. 1), besluit 2011/782/GBVB van de Raad van 1 december 2011 betreffende beperkende maatregelen
tegen Syr
ië en houdende intrekking van besluit 2011/273 (PB L 319, blz. 56), verordening (EU) nr. 36/2012 van de Raad van 18 januari 2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië en tot intrekking van verordening (EU) nr. 442/2011 (PB L 16, blz. 1), besluit 2012/739/GBVB van de Raad van 29 november 2012 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië en houdende intrekking van besluit 2011/782 (PB L 330, blz. 21), uitvoeringsbesluit 2013/185/GBVB van de Raad van 22 april 2013 houdende uitvoering van besluit 2012/739 (PB L 111, blz. 77), uitvoeringsverordening (EU) nr. 363/2013 van de Raad van 22 april 2013 houdende uitvoering van verordening nr. 36/2012 (PB L 111, blz. 1), besluit 2013/255/GBVB van de Raad van 31 mei 2013 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië (PB L 147, blz. 14), voor zover die handelingen verzoeker betreffen, en, ten tweede, een vordering tot vergoeding van de schade die verzoeker stelt te hebben geledenDictumHet verzoek tot nietigverklaring van besluit 2012/739/GBVB van de Raad van 29 november 2012 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië en houdende intrekking van besluit 2011/782/GBVB, wordt niet-ontvankelijk verklaard.De hierna volgende handelingen worden nietig verklaard, voor zover zij Samir Hassan betreffen:uitvoeringsbesluit 2011/515/GBVB van de Raad van 23 augustus 2011 tot uitvoering van besluit 2011/273/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië;uitvoeringsverordening (EU) nr.
843/20
11 van de Raad van 23 augustus 2011 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 442/2011 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië;besluit 2011/782/GBVB van de Raad van 1 december 2011 betreffende beperkende maatregelen te
gen Syrië en houdende intrekking van besluit 2011/273/GBVB;verordening (EU) nr. 36/2012 van de
Raad van 18 januari 2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië en tot intrekking van verordening (EU) nr. 442/2011;uit
voeringsbesluit 2013/185/GBVB van de Raad van 22 april 2013 houdende uitvoering van besluit 2012/739/GBVB;uitvoeringsverordening (EU) nr. 363/2013 van de Raad van 22 apri
l 2013 houdende uitvoering van verordening nr. 36/2012;besluit 2013/255/GBVB van de Raad van 31 mei 2013 betreffende beperkende maatregelen tegen Syri
ë.De gevolgen van de nietig verklaarde besluiten en verordeningen worden gehandhaafd ten aanzien van Hassan tot op de datum waarop de termijn voor een verzoek om een hogere voorziening v
erstrijkt, of, indien binnen die termijn een hogere voorziening is ingesteld, totdat deze is afgewezen.Het ve
rzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.De Raad van de Europese Unie draagt zijn eigen kosten alsmede de helft van di
e van Hassan in het kader van de onderhavige procedure.Hassan draagt de helft van zijn eigen kost
en in de onderhavige procedure. Hij draagt zijn eigen kosten alsmede die van de Raad in het kader van de procedure in kort geding.