Beschikking van het Gerecht (Zevende kamer) van 12 mei 2015 –
Stichting Woonpunt e.a./Commissie
(Zaak T‑203/10 RENV)
„Staatssteun – Sociale huisvesting – Steunregeling voor woningcorporaties – Bestaande steun – Besluit tot aanvaarding van de verbintenissen van de lidstaat – Kennelijk ongegrond beroep”
1. Steunmaatregelen van de staten – Bestaande steun – Onderzoek door de Commissie naar de verenigbaarheid van de steun met de interne markt – Verbintenissen van de steunverlenende lidstaat – Beoordelingsvrijheid van de Commissie – Rechterlijke toetsing – Grenzen (Verordening nr. 659/1999 van de Raad, art. 18, 19, lid 1, en 26, lid 1) (cf. punten 56‑59, 73, 82, 87)
2. Steunmaatregelen van de staten – Bestaande steun – Voortdurend onderzoek door de Commissie, tezamen met de lidstaten – Maatregelen die aan de lidstaten in het kader van dit onderzoek worden voorgesteld – Aanvaarding door de lidstaten – Dwingende werking (Art. 108, lid 1, VWEU; verordening nr. 659/1999 van de Raad, art. 19) (cf. punten 62‑65, 79)
Voorwerp
| Beroep tot nietigverklaring van besluit C(2009) 9963 definitief van de Commissie van 15 december 2009 inzake de steunmaatregelen nrs. E 2/2005 en N 642/2009 – Nederland – Bestaande steun en bijzondere projectsteun voor woningcorporaties |
Dictum
1) | | Het beroep wordt verworpen. |
2) | | Stichting Woonpunt, Stichting Havensteder, Woningstichting Haag Wonen en Stichting Woonbedrijf SWS.Hhvl dragen hun eigen kosten alsook de kosten van de Europese Commissie. |
3) | | Het Koninkrijk België en Vereniging van Institutionele Beleggers in Vastgoed, Nederland (IVBN), dragen hun eigen kosten. |