Beschikking van de president van het Gerecht van 16 februari 2011 – Nencini/Parlement
(Zaak T‑560/10 R)
„Kort geding – Lid van het Europees Parlement – Terugvordering van toelagen betaald als vergoeding van kosten voor parlementaire bijstand en reiskosten – Verzoek tot opschorting van tenuitvoerlegging – Geen spoedeisendheid”
1. Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Fumus boni juris – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Cumulatieve voorwaarden (Art. 256, lid 1, VWEU, 278 VWEU en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punt 10)
2. Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Bewijslast (Art. 278 VWEU en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punt 14)
Voorwerp
| Verzoek tot opschorting van de tenuitvoerlegging van een aantal besluiten van het Europees Parlement waarbij de terugbetaling wordt gelast van parlementaire vergoedingen die ten onrechte zouden zijn ontvangen |
Dictum
1) | | Het verzoek in kort geding wordt afgewezen. |
2) | | De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden. |