Language of document : ECLI:EU:C:2016:633

Zaak C‑310/15

Vincent Deroo-Blanquart

tegen

Sony Europe Limited

[verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Cour de cassation (Frankrijk)]

„Prejudiciële verwijzing – Bescherming van de consument – Oneerlijke handelspraktijken – Richtlijn 2005/29/EG – Artikelen 5 en 7 – Gezamenlijk aanbod – Verkoop van een computer met voorgeïnstalleerde software – Essentiële informatie betreffende de prijs – Misleidende omissie – Onmogelijkheid voor de consument om hetzelfde model computer zonder software te kopen”

Samenvatting – Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 7 september 2016

1.        Bescherming van de consument – Oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten – Richtlijn 2005/29 – Oneerlijke handelspraktijk – Begrip – Handelspraktijk bestaande in de verkoop van een computer met voorgeïnstalleerde software zonder de mogelijkheid voor de consument om hetzelfde model computer zonder voorgeïnstalleerde software te kopen – Daarvan uitgesloten – Voorwaarden – Beoordeling door de nationale rechter

[Richtlijn 2005/29 van het Europees Parlement en de Raad, art. 2, e) en h), en 5, lid 2]

2.        Bescherming van de consument – Oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten – Richtlijn 2005/29 – Misleidende handelspraktijk – Begrip – Gezamenlijk aanbod bestaande in de verkoop van een computer met voorgeïnstalleerde software – Ontbreken van een prijsaanduiding voor elk van de voorgeïnstalleerde softwareprogramma’s – Daarvan uitgesloten

[Richtlijn 2005/29 van het Europees Parlement en de Raad, art. 5, lid 4, a), en 7]

1.        Een handelspraktijk bestaande in de verkoop van een computer met voorgeïnstalleerde software zonder de mogelijkheid voor de consument om hetzelfde model computer zonder voorgeïnstalleerde software te kopen, vormt als zodanig geen oneerlijke handelspraktijk in de zin van artikel 5, lid 2, van richtlijn 2005/29 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van richtlijnen 84/450, 97/7, 98/27 en 2002/65 en verordening nr. 2006/2004, tenzij een dergelijke praktijk in strijd zou zijn met de vereisten van professionele toewijding en het economische gedrag van de gemiddelde consument met betrekking tot dat product wezenlijk verstoort of kan verstoren, wat de nationale rechterlijke instantie dient te beoordelen rekening houdend met de bijzondere omstandigheden van het geding.

In dit verband is het, bij de algehele beoordeling van de eerbiediging van de vereisten van professionele toewijding, de taak van de nationale rechterlijke instantie om omstandigheden in aanmerking te nemen zoals met name het feit dat aan de consument correcte informatie is verstrekt, dat het gezamenlijk aanbod voldoet aan de verwachtingen van een belangrijk deel van de consumenten, en dat de consument de mogelijkheid is geboden alle aspecten van dit aanbod te aanvaarden of de verkoop te herroepen. Dergelijke omstandigheden kunnen beantwoorden aan de vereisten van eerlijke marktpraktijken of van het algemene beginsel van goede trouw in de sector van de productie van informaticamateriaal voor het grote publiek, aangezien de handelaar aldus blijkt geeft van zorgvuldigheid jegens een consument.

Bovendien staat het aan de nationale rechterlijke instantie om te bepalen of bij een dergelijke verkoop van een computer met voorgeïnstalleerde software zonder de mogelijkheid voor de consument om hetzelfde model computer zonder voorgeïnstalleerde software te kopen, het vermogen van de betrokken consument om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen merkbaar is beperkt wanneer een consument, vóór de aankoop, naar behoren erover is geïnformeerd dat het betrokken model computer niet zonder voorgeïnstalleerde software in de handel verkrijgbaar is, en het hem dus in beginsel vrij stond om een ander model computer te kiezen, van een ander merk, dat werd verkocht zonder software of met andere software.

(cf. punten 37, 41, 42 en dictum 1)

2.        In het kader van een gezamenlijk aanbod, bestaande in de verkoop van een computer met voorgeïnstalleerde software, vormt het ontbreken van een prijsaanduiding voor elk van de voorgeïnstalleerde softwareprogramma’s geen misleidende handelspraktijk in de zin van artikel 5, lid 4, onder a), en artikel 7 van richtlijn 2005/29 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van richtlijnen 84/450, 97/7, 98/27 en 2002/65 en verordening nr. 2006/2004.

Gelet op de context van een gezamenlijk aanbod bestaande in de verkoop van een computer met voorgeïnstalleerde software – te weten dat de computer waarvoor de verkoop werd afgesloten, in elk geval niet zonder de voorgeïnstalleerde software te koop werd aangeboden – en gelet op het feit dat een dergelijke handelspraktijk als zodanig geen oneerlijke handelspraktijk in de zin van artikel 5, lid 2, van richtlijn 2005/29 vormt, belet het ontbreken van een prijsaanduiding voor elk van de softwareprogramma’s de consument niet om een geïnformeerd besluit te nemen over een transactie, en kan dit de consument evenmin ertoe brengen een besluit te nemen dat hij anders niet had genomen. Bijgevolg, vermits de prijs van elk van deze softwareprogramma’s geen essentiële informatie in de zin van artikel 7, lid 4, van richtlijn 2005/29 vormt, levert het ontbreken van deze prijs geen misleidende handelspraktijk in de zin van artikel 5, lid 4, onder a), en artikel 7 van deze richtlijn op.

(cf. punten 50‑52 en dictum 2)