Language of document :

Arrest van het Hof (Grote kamer) van 18 oktober 2011 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof - Duitsland) - Oliver Brüstle / Greenpeace eV

(Zaak C-34/10)1

(Richtlijn 98/44/EG - Artikel 6, lid 2, sub c - Rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen - Verkrijging van voorlopercellen uit menselijke embryonale stamcellen - Octrooieerbaarheid - Uitsluiting van "gebruik van menselijke embryo's voor industriële of commerciële doeleinden" - Begrippen "menselijk embryo" en "gebruik voor industriële of commerciële doeleinden")

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundesgerichtshof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Oliver Brüstle

Verwerende partij: Greenpeace eV

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing - Bundesgerichtshof - Uitlegging van artikel 6, leden 1 en 2, sub c, van richtlijn 98/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 1998 betreffende de rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen (PB L 213, blz. 13) - Verkrijging, voor wetenschappelijk onderzoek, van voorlopercellen uit menselijke embryonale stamcellen die zijn weggenomen uit een blastocyst, dat zich reeds niet meer tot een mens kan ontwikkelen - Vraag of deze methode is uitgesloten van octrooieerbaarheid omdat het een "gebruik van menselijke embryo's voor industriële of commerciële doeleinden" betreft - Begrippen "menselijk embryo" en "gebruik voor industriële of commerciële doeleinden"

Dictum

Artikel 6, lid 2, sub c, van richtlijn 98/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 1998 betreffende de rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen, moet in die zin worden uitgelegd dat:

-    elke menselijke eicel, zodra deze is bevrucht, elke niet-bevruchte menselijke eicel waarin de kern van een uitgerijpte menselijke cel is geïmplanteerd en elke niet-bevruchte menselijke eicel die is gestimuleerd tot deling en ontwikkeling middels parthenogenese, een "menselijk embryo" is;

-    het aan de nationale rechter staat om in het licht van de ontwikkeling van de wetenschap te beoordelen of een stamcel die is gewonnen uit een menselijk embryo in het blastocyststadium, een "menselijk embryo" in de zin van artikel 6, lid 2, sub c, van richtlijn 98/44 vormt.

De uitsluiting van octrooieerbaarheid ten aanzien van het gebruik van menselijke embryo's voor industriële en commerciële doeleinden als vermeld in artikel 6, lid 2, sub c, van richtlijn 98/44 heeft mede betrekking op gebruik voor wetenschappelijk onderzoek, daar alleen gebruik met een therapeutisch of diagnostisch doel dat kan worden toegepast op en nuttig is voor het menselijke embryo, octrooieerbaar is.

Artikel 6, lid 2, sub c, van richtlijn 98/44 sluit octrooieerbaarheid van een uitvinding uit wanneer de technische informatie waarop de octrooiaanvraag betrekking heeft, de voorafgaande vernietiging van menselijke embryo's of het gebruik ervan als basismateriaal vereist, ongeacht het stadium waarin dat gebeurt, en zelfs indien de beschrijving van de geclaimde technische informatie geen melding maakt van het gebruik van menselijke embryo's.

____________

1 - PB C 100 van 17.04.2010.