Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Naczelny Sąd Administracyjny (Polen) op 21 december 2020 – B./Dyrektor Izby Skarbowej w W.

(Zaak C-696/20)

Procestaal: Pools

Verwijzende rechter

Naczelny Sąd Administracyjny

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: B.

Verwerende partij: Dyrektor Izby Skarbowej w W.

Prejudiciële vraag

Staan artikel 41 van richtlijn 2006/112/EG1 van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde en de beginselen van evenredigheid en neutraliteit, in een situatie als die van het hoofdgeding, in de weg aan de toepassing van een nationale bepaling als artikel 25, lid 2, van de ustawa o podatku od towarów i usług van 11 maart 2004 op een intracommunautaire verwerving door een belastingplichtige,

-    indien deze verwerving reeds is belast op het grondgebied van de lidstaat van aankomst van de verzending door de afnemers van de goederen van deze belastingplichtige

-    wanneer wordt vastgesteld dat de handelwijze van de belastingplichtige geen belastingfraude inhield maar het gevolg was van de onjuiste identificatie van de leveringen in het kader van ketentransacties en dat deze belastingplichtige een Pools btw-identificatienummer heeft vermeld met het oog op een nationale in plaats van een intracommunautaire levering?

____________

1 PB 2006, L 347, blz. 1.