Language of document : ECLI:EU:T:2004:40

Zaak T-259/01

Nutrinveste – Comércio Internacional, SA

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen

„Verordening (EEG) nr. 2200/87 – Voedselhulp – Overgang van risico – Inhouding op betalingen”

Samenvatting van het arrest

1.      Landbouw – Gemeenschappelijk landbouwbeleid – Voedselhulp – Uitvoering – Levering van producten – Overgang van risico van leverancier op begunstigde – Aanvang – Daadwerkelijke beschikbaarstelling van goederen na lossen – Gevolgen

(Verordening nr. 2200/87 van de Commissie, art. 15)

2.      Landbouw – Gemeenschappelijk landbouwbeleid – Voedselhulp – Uitvoering – Levering van producten – Rechten en verplichtingen voortvloeiend uit gunning niet overdraagbaar – Gevolg – Handhaving van aansprakelijkheid van leverancier in geval van vervoer door andere onderneming

(Verordeningen van de Commissie nr. 2200/87, art. 12, lid 3, en nr. 2608/97)

1.      Bij een levering „franco bestemming” gaan volgens artikel 15 van verordening nr. 2200/87 tot vaststelling van algemene voorschriften voor de beschikbaarstelling in de Gemeenschap van producten voor levering als communautaire voedselhulp, de risico’s waaraan de goederen blootstaan, van de leverancier op de begunstigde over bij de daadwerkelijke beschikbaarstelling van de goederen na het lossen binnen de opslagplaats op de plaats van bestemming. Die risico’s dekken alle verliezen en averijen die de goederen kunnen oplopen. Wat de contractuele verhouding tussen de Commissie en de leverancier betreft, doet het er derhalve niet toe, in welke omstandigheden goederen eventueel verloren zijn gegaan, indien dit is gebeurd vóór de daadwerkelijke beschikbaarstelling van de goederen in de opslagplaats op de plaats van bestemming.

Is het lossen van de goederen in de opslagplaatsen van bestemming niet behoorlijk georganiseerd, dan moet de vervoerder als vertegenwoordiger van de leverancier ervoor zorgen dat eventuele vergissingen bij de telling en het lossen van de verschillende kartons uit de verschillende containers worden voorkomen. Aangezien de leverancier immers de risico’s waaraan de goederen blootstaan, blijft dragen tot zij daadwerkelijk zijn gelost en in de opslagplaats van bestemming zijn afgeleverd, moet de leverancier of zijn vertegenwoordiger er ook op toezien dat het lossen goed verloopt.

(cf. punten 46‑47, 64)

2.      Blijkens artikel 12, lid 3, van verordening nr. 2200/87 tot vaststelling van algemene voorschriften voor de beschikbaarstelling in de Gemeenschap van producten voor levering als communautaire voedselhulp, zijn „de uit de gunning voortvloeiende rechten en verplichtingen niet overdraagbaar”. Dat de goederen zijn vervoerd door een andere onderneming dan de leverancier, wijzigt dan ook niets aan diens aansprakelijkheid ter zake van de verplichting om de bij het contract overeengekomen hoeveelheid af te leveren op de plaats die is vastgesteld bij verordening nr. 2608/97 inzake de levering van plantaardige olie als voedselhulp.

In dit verband doet het er niet toe waarom het lossen en de daadwerkelijke beschikbaarstelling van de goederen in de opslagplaatsen op de plaats van bestemming vertraging hadden opgelopen, aangezien de leverancier de controle had over de goederen en dus het toezicht op die goederen tijdens die verrichtingen moest organiseren.

(cf. punten 55‑56)