Language of document :

Beroep ingesteld op 26 februari 2021 – Tsjechië/Polen

(Zaak C-121/21)

Procestaal: Pools

Partijen

Verzoekende partij: Tsjechische Republiek (vertegenwoordigers: M. Smolek, L. Dvořáková en J. Vláčil, gemachtigden)

Verwerende partij: Republiek Polen

Conclusies

verklaring voor recht dat de Republiek Polen:

door zonder milieueffectbeoordeling de verlenging van een vergunning voor bruinkoolwinning met zes jaar mogelijk te maken, de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten krachtens artikel 4, leden 1 en 2, van richtlijn 2011/921 , gelezen in samenhang met artikel 4, leden 4 tot en met 6, artikel 5, leden 1 en 2, en de artikelen 6, 7, 8 en 9 daarvan;

door toe te staan dat het betrokken publiek wordt uitgesloten van de procedure voor het verlenen van een vergunning voor winningsactiviteiten, de verplichtingen niet is nakomen die op haar rusten krachtens artikel 6, leden 2 tot en met 7, artikel 7, lid 5, artikel 8, artikel 9 en artikel 11, lid 1, van richtlijn 2011/92;

door het MEB-besluit onmiddellijk uitvoerbaar te verklaren, de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten krachtens artikel 11, lid 1, van richtlijn 2011/92;

door in haar MEB-besluit geen mogelijke procedure op te nemen voor het geval geen toestemming wordt verleend voor de toepassing van de in artikel 4, lid 5, van richtlijn 2000/602 bedoelde uitzonderingen op de betrokken waterlichamen, de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten krachtens artikel 4, lid 1, onder a), ii), en onder b), ii), van richtlijn 2000/60;

door het betrokken publiek en de Tsjechische Republiek te beletten deel te nemen aan de procedure voor het verlenen van de tot 2026 geldige winningsvergunning, de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten krachtens artikel 6, leden 2 tot en met 7, artikel 7, leden 1, 2 en 5, en artikel 8 van richtlijn 2011/92;

door de tot 2026 geldige winningsvergunning niet bekend te maken en door deze vergunning niet in begrijpelijke vorm aan de Tsjechische Republiek mee te delen, de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten krachtens artikel 9, leden 1 en 2, van richtlijn 2011/92;

door te beletten dat tegen de tot 2026 geldige winningsvergunning een procedure van rechterlijke toetsing wordt ingesteld, de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten krachtens artikel 11, lid 1, van richtlijn 2011/92;

door de tot 2026 geldige winningsvergunning niet te publiceren, de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten krachtens artikel 7 van richtlijn 2003/43 ;

door geen volledige informatie te verstrekken met betrekking tot de procedure voor het verlenen van de tot 2026 geldige winningsvergunning, de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten krachtens het beginsel van loyale samenwerking van artikel 4, lid 3, VEU;

door in de tot 2026 geldige winningsvergunning onvoldoende rekening te houden met de MEB-beslissing, de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten krachtens artikel 2, lid 1, gelezen in samenhang met artikel 4, lid 1, van richtlijn 2011/92;

door in de tot 2026 geldende winningsvergunning niet voldoende rekening te houden met alle milieuvoorwaarden, de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten krachtens artikel 8 bis, lid 1, onder b), van richtlijn 2011/92;

verwijzing van de Republiek Polen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Tot staving van haar beroep voert de verzoekende partij middelen aan die zijn ontleend aan schending van richtlijn 2011/92, richtlijn 2000/60 en richtlijn 2003/4, alsook van het VEU (beginsel van loyale samenwerking).

1.    De Republiek Polen heeft in haar nationale wetgeving bepalingen opgenomen op grond waarvan een vergunning voor de winning van bruinkool zonder milieueffectbeoordeling met zes jaar kan worden verlengd en op grond waarvan de procedure voor het verlenen van een vergunning voor winningsactiviteiten in de meeste gevallen niet-openbaar is. Zij heeft aldus richtlijn 2011/92 geschonden.

2.    De Republiek Polen heeft richtlijn 2011/92 geschonden door het besluit inzake milieuvoorwaarden van een project dat ertoe strekt de winningsactiviteiten van de mijn in Turów te verlengen en uit te breiden tot 2044, onmiddellijk uitvoerbaar te verklaren, waardoor zij de mogelijkheid van daadwerkelijke rechtsbescherming tegen dat besluit heeft uitgesloten. De Republiek Polen heeft tevens richtlijn 2000/60 geschonden doordat het besluit over de milieuvoorwaarden, vanuit het oogpunt van de invloed van de winning op de toestand van waterlichamen, niet de gehele duur van het project adequaat dekt.

3.    De Republiek Polen heeft richtlijn 2011/92 geschonden doordat het betrokken publiek en de Tsjechische Republiek is belet deel te nemen aan de procedure voor het verlenen van een definitieve vergunning tot 2026 voor winningsactiviteiten in de bruinkoolmijn in Turów, doordat de verleende vergunning niet is gepubliceerd en deze te laat en in onvolledige vorm aan de Tsjechische Republiek is bezorgd en doordat het Poolse recht in de weg staat aan de controle van dergelijke vergunning door het betrokken publiek, en ook doordat in die vergunning niet naar behoren rekening is gehouden met de milieueffecten. Aldus heeft de Republiek Polen tevens richtlijn 2003/4 en het beginsel van loyale samenwerking van artikel 4, lid 3, VEU geschonden.

____________

1 Richtlijn 2011/92/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten (PB 2012, L 26, blz. 1).

2 Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PB 2000, L 327, blz. 1).

3 Richtlijn 2003/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 inzake de toegang van het publiek tot milieu-informatie en tot intrekking van richtlijn 90/313/EEG van de Raad (PB 2003, L 41, blz. 26).