Language of document :

Beroep ingesteld op 24 juli 2023 – Europese Commissie/Republiek Bulgarije

(Zaak C-462/23)

Procestaal: Bulgaars

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: N. Nikolova en B. Rous Demiri)

Verwerende partij: Republiek Bulgarije

Conclusies

De Commissie verzoekt het Hof:

vast te stellen dat de Republiek Bulgarije – door niet te verbieden dat natuurlijk mineraalwater en bronwater uit dezelfde bron onder meer dan één handelsbenaming in de handel worden gebracht, door niet te eisen dat op het etiket van natuurlijk mineraalwater en bronwater de naam van de bron wordt vermeld, en door het gebruik van de benaming „bronwater” toe te staan voor water dat niet voldoet aan de voorwaarden voor het gebruik van de benaming „bronwater” – de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten krachtens artikel 8, lid 2, artikel 7, lid 2, onder b), en artikel 9, lid 4, eerste alinea, onder c), van richtlijn 2009/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de exploitatie en het in de handel brengen van natuurlijk mineraalwater1 ;

de Republiek Bulgarije te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Richtlijn 2009/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de exploitatie en het in de handel brengen van natuurlijk mineraalwater voert in artikel 8, lid 2, de regel „één bron–één handelsbenaming” in, die verbiedt dat natuurlijk mineraalwater en bronwater van één en dezelfde bron onder verschillende handelsbenamingen in de handel worden gebracht. Bovendien moeten volgens artikel 7, lid 2, onder b), juncto artikel 9, lid 4, onder c), van de richtlijn op het etiket van natuurlijk mineraalwater en bronwater de plaats waar de bron wordt geëxploiteerd en de naam van de bron worden vermeld.

Het Bulgaarse recht staat echter toe dat natuurlijk mineraalwater en bronwater uit één en dezelfde bron onder verschillende handelsbenamingen in de handel worden gebracht en dat mineraalwater en bronwater met identieke kenmerken uit één en dezelfde ondergrondse laag onder verschillende handelsbenamingen in de handel worden gebracht, wat in strijd is met artikel 8, lid 2, van richtlijn 2009/54/EG. Bovendien vereist het Bulgaarse recht niet dat de naam van de bron in de zin van de richtlijn deel uitmaakt van de verplichte vermeldingen op het etiket van natuurlijk mineraalwater, zodat het niet in overeenstemming is met artikel 7, lid 2, onder b), van de richtlijn. De Republiek Bulgarije voldoet evenmin aan de krachtens artikel 9, lid 4, onder c), van de richtlijn op haar rustende verplichting, aangezien het nationale recht toestaat dat bronwater dat niet aan de etiketteringsvoorschriften voldoet, in de handel wordt gebracht.

De Commissie heeft de Republiek Bulgarije op 2 juli 2020 een aanmaningsbrief gezonden. Op 23 september 2021 heeft de Commissie de Republiek Bulgarije een met redenen omkleed advies gestuurd. De Republiek Bulgarije heeft de omzettingsmaatregelen tot op heden echter niet vastgesteld noch aan de Commissie meegedeeld.

____________

1 PB 2019, L 164, blz. 45.