Language of document :

Beroep ingesteld op 8 september 2010 - National Lottery Commission / BHIM - Mediatek Italia en De Gregorio (Weergave van een hand)

(Zaak T-404/10)

Taal van het verzoekschrift: Engels

Partijen

Verzoekende partij: National Lottery Commission (Londen, Verenigd Koninkrijk) (vertegenwoordiger: B. Brandreth, Barrister)

Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Andere partijen in de procedure voor de kamer van beroep: Mediatek Italia Srl (Napels, Italië), Giuseppe De Gregorio (Napels, Italië)

Conclusies

de beslissing van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 9 juni 2010 in zaak R 1028/2009-1 vernietigen;

de zaak terugverwijzen naar de nietigheidsafdeling;

het Bureau verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Ingeschreven gemeenschapsmerk waarvan nietigverklaring is gevorderd: het beeldmerk dat een hand met twee gekruiste vingers en een lachend gezicht weergeeft, voor waren van de klassen 9, 16, 25, 28 en 41 - gemeenschapsmerkinschrijving nr. 4800389

Houder van het gemeenschapsmerk: verzoekster

Partij die nietigverklaring van het gemeenschapsmerk vordert: de andere partijen in de procedure voor de kamer van beroep

Merkrecht van de partij die nietigverklaring vordert: de partijen die de vordering tot nietigverklaring hebben ingesteld, hebben hun vordering gebaseerd op de relatieve nietigheidsgronden volgens de artikelen 53, lid 1, sub c, en 53, lid 2, sub c, van verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het gemeenschapsmerk

Beslissing van de nietigheidsafdeling: nietigverklaring van het gemeenschapsmerk

Beslissing van de kamer van beroep: verwerping van het beroep

Aangevoerde middelen: schending van artikel 53, lid 2, van verordening nr. 207/2009, aangezien de kamer van beroep bij de beoordeling van dit artikel en bij haar werkwijze inzake de beoordeling van de feiten blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting en zij geen gebruik van haar onderzoeksbevoegdheden heeft gemaakt. Verzoekster stelt tevens dat de kamer van beroep haar bevoegdheden krachtens artikel 78 van verordening nr. 207/2009 niet volledig heeft uitgeoefend.

____________