Language of document :

Beroep ingesteld op 24 mei 2010 - Polen / Commissie

(Zaak T-241/10)

Procestaal: Pools

Partijen

Verzoekende partij: Republiek Polen (vertegenwoordiger: M. Szpunar, gemachtigde)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

nietig verklaren besluit 2010/152/EU van de Commissie van 11 maart 2010 houdende onttrekking aan EU-financiering van bepaalde uitgaven die de lidstaten in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), afdeling Garantie, in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) of in het kader van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO), hebben verricht (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 1317)1, voor zover daarbij aan communautaire financiering zijn onttrokken bedragen van 279 794 442,15 PLN en 25 583 996,81 EUR, die door het door de Republiek Polen erkende betaalorgaan zijn uitgegeven;

de Commissie verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Het bestreden besluit voorziet in een financiële correctie wegens fouten in het systeem voor de identificatie en controle van percelen landbouwgrond in 2005 en 2006, die daarin zouden bestaan dat het systeem voor de identificatie van de percelen landbouwgrond niet volledig was gevectoriseerd, dat niet-subsidiabele grond was geaccepteerd voor betalingen, dat in regio's met hoge foutenpercentages (Województwo opolskie) een te laag aantal controles ter plaatse was uitgevoerd, en dat de bepalingen inzake opzettelijke niet-naleving onjuist waren toegepast.

Verzoekster trekt het bestaan van alle verweten fouten in twijfel en voert tegen het bestreden besluit de volgende middelen aan.

In de eerste plaats stelt zij schending van artikel 7, lid 4, eerste alinea, van verordening (EG) nr. 1258/19992 en van artikel 31, lid 1, van verordening (EG) nr. 1290/20053, alsmede schending van de in document nr. VI/216/93 vastgestelde richtsnoeren, omdat de financiële correctie op basis van onjuiste feiten en een onjuiste uitlegging van het recht is toegepast, hoewel de Poolse autoriteiten de uitgaven overeenkomstig de voorschriften van de Europese Unie hadden verricht.

Geen van de gestelde fouten die aanleiding tot de toegepaste financiële correctie hebben gegeven, is daadwerkelijk gemaakt, en de op grond van het bestreden besluit van financiering door de Europese Unie uitgesloten uitgaven waren overeenkomstig de voorschriften van de Europese Unie verricht.

Het in Polen in 2005 en 2006 toegepaste systeem voor de identificatie van percelen landbouwgrond voldeed volledig aan de eisen van artikel 20 van verordening (EG) nr. 1782/20034 en van artikel 6 van verordening (EG) nr. 796/20045; in vele opzichten ging het aanzienlijk verder dan die eisen en heeft het een rigoureuze bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie gewaarborgd.

De in 2005 en 2006 toegepaste nationale procedures maakten het mogelijk doeltreffend en objectief vast te stellen of een aanvrager die de oppervlakte van de percelen waarvoor om betalingen werd verzocht, in zijn aangifte had overschat, al dan niet opzettelijk had gehandeld, aangezien zij voor twijfelgevallen voorzagen in een rechterlijke beslissing en het beginsel van het vermoeden van onschuld eerbiedigden.

De percelen zijn overeenkomstig de criteria voor de subsidiabiliteit van gronden voor betalingen in aanmerking genomen, aangezien volgens de Toetredingsakte het behoud van de grond in goede landbouwconditie (GLC) op 30 juni 2003 een voorwaarde voor de subsidiabiliteit ervan was, terwijl het behoud van de grond in goede landbouw- en milieuconditie (GLMC) op de dag van controle geen voorwaarde was voor de subsidiabiliteit van die grond, maar een voorwaarde die bij niet-inachtneming de korting van het bedrag van de betalingen tot gevolg had.

Het aantal controles ter plaatse in Województwo opolskie in het jaar 2005 voldeed aan de eisen van artikel 26 van verordening (EG) nr. 796/2004.

In de tweede plaats stelt verzoekster schending van artikel 7, lid 4, vierde alinea, van verordening (EG) nr. 1258/1999 en van artikel 31, lid 2, van verordening (EG) nr. 1290/2005, schending van de in document nr. VI/5330/97 vastgestelde richtsnoeren alsmede schending van het evenredigheidsbeginsel omdat de correctie in verhouding tot het risico van financiële verliezen voor de begroting van de Europese Unie veel te hoog is uitgevallen.

Zelfs indien het door de Poolse autoriteiten ingevoerde systeem van controles en sancties bepaalde gebreken zou vertonen, was niet het geval is, dan zijn deze gebreken zo onbeduidend, dat het risico van verliezen voor de begroting van de Unie veel geringer is dan het bedrag van de door de Commissie bij het bestreden besluit opgelegde correctie. Dat geldt in het bijzonder voor het bedrag van de correctie die de Commissie heeft opgelegd omdat het systeem voor de identificatie van percelen landbouwgrond niet volledig was gevectoriseerd en omdat in 2005 in Województwo opolskie niet genoeg controles ter plaatse waren verricht.

____________

1 - PB L 63, blz. 7.

2 - Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 160, blz. 103).

3 - Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209, blz. 1).

4 - Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001 (PB L 270, blz. 1).

5 - Verordening (EG) Nr. 796/2004 van de Commissie van 21 april 2004 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem waarin is voorzien bij verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PB L 141, blz. 18).