Arrest van het Gerecht (Eerste kamer) van 8 september 2015 –
Gold Crest/BHIM (MIGHTY BRIGHT)
(Zaak T‑714/13)
„Gemeenschapsmerk – Aanvraag voor gemeenschapswoordmerk MIGHTY BRIGHT – Absolute weigeringsgrond – Geen onderscheidend vermogen – Artikel 7, lid 1, onder b), van verordening (EG) nr. 207/2009”
1. Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van het gemeenschapsmerk – Absolute weigeringsgronden – Merken zonder onderscheidend vermogen – Begrip – Beoordelingscriteria [Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 7, lid 1, b)] (cf. punten 10, 11)
2. Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van het gemeenschapsmerk – Absolute weigeringsgronden – Merken zonder onderscheidend vermogen – Woordmerk MIGHTY BRIGHT [Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 7, lid 1, b)] (cf. punten 12, 25)
3. Gemeenschapsmerk – Beslissingen van het Bureau – Beginsel van gelijke behandeling – Beginsel van behoorlijk bestuur – Eerdere beslissingspraktijk van het Bureau (cf. punt 33)
Voorwerp
| Beroep tegen de beslissing van de tweede kamer van beroep van het BHIM van 8 oktober 2013 (zaak R 2038/2012‑2) inzake een aanvraag tot inschrijving van het woordteken MIGHTY BRIGHT als gemeenschapsmerk |
Dictum
1) | | Het beroep wordt verworpen. |
2) | | Gold Crest LLC zal haar eigen kosten dragen, alsmede de kosten van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM). |