Language of document :

Beroep ingesteld op 4 november 2009 - Centre national de la recherche scientifique / Commissie

(Zaak T-445/09)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Centre national de la recherche scientifique (Parijs, Frankrijk) (vertegenwoordiger: N. Lenoir, advocaat)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

nietig verklaren het besluit van 17 augustus 2009, voor zover het de verrekening betreft van de schuldvordering van het CNRS op de Gemeenschap als gevolg van het contract Role of Skin enerzijds, en de vermeende schuldvordering van de Gemeenschap tegen het CNRS op grond van het contract EURO-THYMAIDE anderzijds;

de Commissie verwijzen in alle kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Met het onderhavige beroep verzoekt het Centre national de la recherche scientifique (CNRS) om nietigverklaring van de verrekening in besluit BUDG/C3 D(2009) 10.5 - 1232 van 17 augustus 2009, waarbij de Commissie is overgegaan tot invordering van bedragen die aan verzoeker zijn betaald in het kader van het contract EURO THYMAIDE nr. LSHB-CT-2003-503410 betreffende een project van het 6de kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling.

Verzoeker baseert zijn beroep op vijf middelen:

schending van het recht van verweer doordat het besluit is vastgesteld zonder dat de Commissie de omstandige elementen van antwoord van het CNRS op het definitieve auditrapport heeft onderzocht;

schending van de motiveringsplicht in de zin van artikel 253 EG daar de wezenlijke elementen ontbreken om de redenering van de Commissie in het besluit te kunnen begrijpen;

onjuiste rechtsopvattingen en kennelijke vergissingen bij de beoordeling van de feiten, doordat de Commissie in aanmerking komende kosten heeft verworpen door de criteria voor inaanmerkingneming van de voor het contract gedane uitgaven te wijzigen en ten onrechte bewijzen van deze kosten van de hand heeft gewezen;

schending van artikel 73, lid 1, van het Financieel Reglement doordat de litigieuze schuldvordering wegens de ernstige aard van de betwisting ervan niet als "zeker, vaststaand en invorderbaar" kon worden beschouwd;

schending van het rechtszekerheidsbeginsel doordat het besluit is genomen op basis van criteria voor inaanmerkingneming van de uitgaven die ten tijde van de ondertekening van het contract niet bestonden.

____________