Language of document :

Beroep ingesteld op 8 mei 2012 - Euro-Link Consultants en European Profiles/Commissie

(Zaak T-199/12)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: Euro-Link Consultants Ltd (Boekarest, Roemenië) en European Profiles SA (Athene, Griekenland) (vertegenwoordiger: S. Pappas, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

nietigverklaring van de in het onderhavige beroep bestreden beslissing van de Delegatie van de Europese Unie in Oekraïne van 28 februari 2012 in het kader van de aanbestedingsprocedure EuropeAid/131567/C/SER/UA "Project voor diversificatie en ondersteuning van toerisme op de Krim" en de in dit verband uitgevaardigde vervolgbeslissingen van diezelfde instantie en van de directeur van het DG Ontwikkeling van de Europese Commissie;

verwijzing van de verwerende partij in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van hun beroep voeren de verzoekende partijen drie middelen aan.

Eerste middel: schending van het wezenlijke vormvoorschrift van de motivering, waarbij wordt benadrukt dat

de rechtspraak en de wet de verwerende partij verplichten de voordelen van de gekozen offerte duidelijk in detail te bespreken in plaats van het door de verzoekende partijen overgelegde bewijs gewoon te betwisten; een zorgvuldige overheid dient de beweringen correct te onderzoeken en behandelen, des te meer wanneer verschillende verzwarende omstandigheden dit vereiste versterken.

Tweede middel: schending van het wezenlijke vormvoorschrift van de naleving van de toepasselijke procedure, waarbij wordt benadrukt dat

de door het comité gevolgde evaluatieprocedure onregelmatigheden vertoonde waarvan de verwerende partij op de hoogte was en die zij vóór de bekendmaking van de resultaten niet in aanmerking heeft genomen. Bijgevolg zijn de vervolgbeslissingen onregelmatig, voor zover zij zijn gebaseerd op het resultaat van deze onregelmatigheden.

Derde middel: schending van het gelijkheidsbeginsel en misbruik van bevoegdheid, waarbij wordt benadrukt dat

de onwettige procedure met schending van het discriminatieverbod enkel in het geval van de verzoekende partijen werd toegepast. Ook lijkt het dat de enige bedoeling van de onwettige procedure erin bestond de verzoekende partijen weg te werken van de eerste plaats op de evaluatielijst.

____________