Beschikking van de president van het Gerecht van 15 september 2011 – Eurofer/Commissie

(Zaak T‑381/11 R)

„Kort geding – Milieu – Kosteloze toewijzing van broeikasgasemissierechten overeenkomstig richtlijn 2003/87/EG – Vaststelling van in besluit van Commissie genoemde productbenchmarks – Verzoek in kort geding – Ontvankelijkheid – Spoedeisendheid”

1.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorwaarden voor ontvankelijkheid – Belang van verzoeker bij gevraagde opschorting – Opschorting met als gevolg dat verzoeker in minder gunstige situatie verkeert – Verzoek om maatregelen die buiten kader van hoofdzaak treden – Niet-ontvankelijkheid (Art. 278 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, leden 1 en 2) (cf. punten 14, 16‑17)

2.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorwaarden voor toekenning – Ernstige en onherstelbare schade – Financiële schade – Schade die later door middel van beroep tot schadevergoeding kan worden hersteld – Schade die niet als onherstelbaar kan worden aangemerkt (Art. 278 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 23‑28)

Voorwerp

Verzoek tot opschorting van de tenuitvoerlegging van besluit 2011/278/EU van de Commissie van 27 april 2011 tot vaststelling van een voor de hele Unie geldende overgangsregeling voor de geharmoniseerde kosteloze toewijzing van emissierechten overeenkomstig artikel 10 bis van richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 130, blz. 1)

Dictum

1) Het verzoek in kort geding wordt afgewezen.

2) De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.