Language of document :

Beroep ingesteld op 19 juni 2013 – BT Limited Belgian Branch / Commissie

(Zaak T-335/13)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: BT Limited Belgian Branch (Diegem, België) (vertegenwoordigers: T. Leeson, Solicitor, en C. Stockford, Barrister)

Verwerende partij: Commissie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

het op 19 april 2013 aan verzoekster meegedeelde besluit waarbij haar offerte in het kader van de niet-openbare aanbesteding DIGIT/R2/PR/2011/039 is verworpen en de opdracht aan een andere inschrijver is gegund, nietig te verklaren;

verweerster te verwijzen in de kosten;

subsidiair, een onafhankelijke deskundige aan te stellen om te beoordelen of de offerte van een andere inschrijver voldoet aan de voorwaarden van de aanbesteding, zijn beslissing aan te houden tot de aangewezen deskundige zijn/haar rapport heeft ingediend, en vervolgens het besluit van het Directoraat-Generaal Informatica (DIGIT) nietig te verklaren en de Commissie te verwijzen in de kosten;

in het geval dat DIGIT de overeenkomst inzake Trans-Europese diensten voor telematica tussen administraties – Nieuwe generatie (TESTA-ng) zou sluiten, de Commissie te veroordelen tot vergoeding van de schade die verzoekster door het onrechtmatige besluit van DIGIT heeft geleden.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij zes middelen aan.

Eerste middel: DIGIT heeft het transparantiebeginsel geschonden en is de krachtens artikel 113 van het Financieel Reglement1 en artikel 296 VWEU op hem rustende motiveringsplicht niet nagekomen. Door de buitensporige stijl waarin DIGIT het beoordelingsrapport voor een andere inschrijver heeft opgesteld, heeft BT namelijk niet kunnen nagaan of de aanbestedende dienst de offerte van de gekozen inschrijver op een eerlijke wijze heeft beoordeeld.

Verzoekster betoogt voorts dat DIGIT ten eerste geen toereikende motivering heeft gegeven voor het feit dat het zeer grote delen van het beoordelingsrapport voor de offerte van een andere inschrijver heeft opgesteld, en ten tweede dat de redenen die het heeft uiteengezet, niet kunnen worden aanvaard.

Tweede middel: de methode van DIGIT om een score te geven bij de beoordeling van inschrijvingen is in strijd met de algemene beginselen die gelden voor openbare aanbestedingen, waaronder het transparantiebeginsel en het beginsel van eerlijke en gelijke behandeling, met name omdat (i) de scorematrix van DIGIT niet vóór de inschrijving is meegedeeld en (ii) de ongebruikelijke structuur ervan een andere inschrijver op onrechtmatige wijze heeft bevoordeeld.

Derde middel: De commentaren van DIGIT en de overeenkomstige scores die in het evaluatierapport voor de offerte van een andere inschrijver zijn gegeven, zijn tegenstrijdig. Deze tegenstrijdigheden tasten het besluit aan, aangezien zij afbreuk doen aan de geldigheid van de motivering ervan.

Vierde middel: DIGIT heeft de offerte van een andere inschrijver aanvaard, hoewel de abnormaal lage prijs die deze had voorgesteld, tot zijn uitsluiting had moeten leiden. Hieraan wordt niet afgedaan door het argument van DIGIT dat het die offerte grondig heeft getoetst aan de regels inzake abnormaal lage prijsoffertes. Een algemene verwijzing naar de toepasselijke regelgeving vormt geen toereikende uiteenzetting van de redenen waarom DIGIT op basis van deze analyse niettemin heeft besloten om die offerte niet van de aanbestedingsprocedure uit te sluiten.

In het kader van dit middel stelt verzoekster subsidiair dat de door een andere inschrijver voorgestelde prijs onrealistisch is en niet kan berusten op een offerte die aan de voorwaarden van de aanbesteding voldoet. In dit verband verzoekt zij het Gerecht om een onafhankelijke deskundige aan te stellen om na te gaan of de betrokken offerte daadwerkelijk voldoet aan bepaalde voorwaarden van de aanbesteding.

Vijfde middel: het besluit is ongeldig omdat de berekening van de waarde van de opdracht in dat document ontoereikend is gemotiveerd.

Zesde middel: DIGIT is onbevoegd om het bestreden besluit vast te stellen omdat de daartoe vereiste bevoegdheid niet is gedelegeerd.

____________

1 Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen.