Language of document :

Beroep ingesteld op 4 januari 2008 - Koinotita Grammatikou / Commissie

(Zaak T-13/08)

Procestaal: Grieks

Partijen

Verzoekende partij: Koinotita Grammatikou (Athene, Griekenland) (vertegenwoordigers: A. Papakonstantinou, M. Chaïntarlis, advocaten)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

besluit C(2004) 5509 van de Commissie van 21 december 2004 betreffende de verlening van steun uit het Cohesiefonds voor het project "inrichting van een stortplaats in de geïntegreerde installatie voor het beheer van afvalstoffen van Noordoost-Attica te Mavro Vouno Grammatikou in de Helleense Republiek", nietig te verklaren;

in geval van twijfel, een onderzoek ter plaatse te gelasten en onafhankelijk technisch advies in te winnen teneinde verzoeksters stelling te staven;

de Commissie te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Met betrekking tot het rechtmatig belang bij het instellen van het beroep tot nietigverklaring op grond van artikel 230 EG stelt verzoekster dat het bestreden besluit, dat strekt tot het inrichten van een stortplaats voor afvalstoffen op een locatie die deel uitmaakt van het grondgebied van de gemeente Grammatiko, haar rechtstreeks en individueel raakt, aangezien zij als openbaar lichaam belast is met de bescherming van de volksgezondheid en het leefmilieu in het gebied waar het gefinancierde project wordt uitgevoerd.

Verzoekster betoogt dat het bestreden besluit, waarvan zij eerst op 9 november 2007 kennis heeft gekregen, in strijd is zowel met een reeks bepalingen van het primaire gemeenschapsrecht voor de bescherming van de gezondheid en het milieu, als met de bepalingen van het afgeleide gemeenschapsrecht waarin zij worden gepreciseerd.

Verzoekster betoogt meer bepaald dat de financiering van het project in strijd is met de doelstellingen van behoud, bescherming en verbetering van de kwaliteit van het milieu, bescherming van de gezondheid van de mens en behoedzaam en rationeel gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Ook omzeilt het bestreden besluit volgens haar met name de artikelen 3, 4 en 6 van richtlijn 75/4421 en de artikelen 3 en 4 van richtlijn 91/1562, die concrete verplichtingen op het gebied van de preventie, de vermindering van de productie en de schadelijkheid van afvalstoffen opleggen.

Verzoekster acht het ten slotte duidelijk dat de bouw van een installatie voor de behandeling en de verwijdering van afvalstoffen in een beschermd gebied in geen geval kan worden beschouwd als een project dat in aanmerking komt voor financiering door een financieringsinstrument als het Cohesiefonds, dat per definitie enkel projecten financiert die voldoen aan de vereisten van de milieubescherming.

____________

1 - Richtlijn 75/442/EEG van de Raad van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen (PB L 194, blz. 39).

2 - Richtlijn 91/156/EEG van de Raad van 18 maart 1991 tot wijziging van richtlijn 75/442/EEG betreffende afvalstoffen (PB L 78, blz. 32).