Language of document :

Beroep ingesteld op 7 september 2010 - Mamoli Robinetteria / Commissie

(Zaak T-376/10)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partij: Mamoli Robinetteria SpA (Milaan, Italië) (vertegenwoordigers: F. Capelli en M. Valcada, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

nietigverklaring van artikel 1 van beschikking C(2010) 4185 def. van de Europese Commissie van 23 juni 2010 in een procedure op grond van artikel 101 VWEU en artikel 53 EER-Overeenkomst (zaak COMP/39092 - badkamerinrichting en -toebehoren), waarvan kennisgeving is gedaan, voor zover daarbij wordt vastgesteld dat Mamoli Robinetteria spa artikel 101 VWEU heeft geschonden, en, bijgevolg, nietigverklaring van artikel 2 van die beschikking voor zover Mamoli Robinetteria spa daarbij een geldboete van 10 % van de totale omzet over 2009 wordt opgelegd, die daarna wegens de specifieke situatie van Mamoli tot 1 041 531 EUR is verminderd;

nietigverklaring van artikel 2 van beschikking C(2010) 4185 def. van de Europese Commissie van 23 juni 2010 in een procedure op grond van artikel 101 VWEU en artikel 53 EER-Overeenkomst (zaak COMP/39092 - badkamerinrichting en -toebehoren), waarvan kennisgeving is gedaan, herberekening van de geldboete en vermindering daarvan tot een bedrag gelijk aan 0,3 % van de omzet van Mamoli Robinetteria over 2003 of althans tot een door het Gerecht passend geoordeeld lager bedrag dan de opgelegde sanctie.

Middelen en voornaamste argumenten

In de onderhavige zaak wordt opgekomen tegen dezelfde beschikking als in de zaken T-364/10, Duravit e.a./Commissie, en T-368/10, Rubinetteria Cisal/Commissie.

Ter onderbouwing van haar beroep voert verzoekster de volgende middelen aan.

Schending van het recht van verweer, het beginsel van hoor en wederhoor en het beginsel van gelijke behandeling, voor zover de andere partijen in de procedure argumenten hebben kunnen uiteenzetten met betrekking tot omstandigheden die niet aan Mamoli zijn meegedeeld. Voorts zijn de punten van bezwaar geformuleerd op basis van als vertrouwelijk aangemerkte documenten, die door de verdediging niet konden worden ingezien.

Schending van het wettigheidsbeginsel in de zin van de artikelen 101 tot en met 105 VWEU, gelezen in onderlinge samenhang, en van artikel 23 van verordening nr. 1/20031 van de Raad. Bij ontbreken van een besluit van de Europese wetgever is de Commissie niet bevoegd om ondernemingen gedeeltelijke of volledige immuniteit toe te zeggen, en om op grond van een dergelijke mededeling een kartelprocedure in te leiden die in de oplegging van zware sancties resulteert.

Schending van artikel 101 VWEU en artikel 2 van verordening (EG) nr. 1/2003.

In dit verband betoogt verzoekster dat de Commissie tijdens het onderzoek ernstige fouten heeft gemaakt, waar zij is voorbijgegaan aan de specificiteit van de Italiaanse markt (bv. structuur, kenmerken, rol van de groothandelaars) en de situatie op de Italiaanse markt op één lijn heeft gesteld met die op de Duitse markt. Door die fouten zijn de bevindingen van de Commissie inzake het bestaan op de Italiaanse markt van een kartel houdende prijsafspraken op losse schroeven komen te staan. Voorts heeft de Commissie zich als gevolg van de gelaakte fouten niet van haar bewijslast gekweten.

Wat het bedrag van de geldboete betreft, heeft de Commissie verzoeksters werkelijke gedrag en haar invloed in het kader van de verweten inbreuk niet juist beoordeeld, nu zij niet naar behoren rekening heeft gehouden met de moeilijke economische situatie waarin verzoekster zich bevindt.

Hoewel de Commissie heeft ingezien dat Mamoli zich werkelijk in een moeilijke economische situatie bevindt, die de financiële draagkracht van de onderneming ondermijnt, heeft zij een beschikking gegeven die ongeschikt is ter bereiking van het daarin uiteengezette doel.

____________

1 - Verordening (EG) van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1, blz. 1).