Language of document :

Beroep ingesteld op 7 mei 2010 - Moselland / BHIM - Renta Siete (DIVINUS)

(Zaak T-214/10)

Taal van het verzoekschrift: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Moselland eG - Winzergenossenschaft (Bernkastel-Kues, Duitsland) (vertegenwoordiger: M. Dippelhofer, advocaat)

Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Renta Siete, SL (Albacete, Spanje)

Conclusies

de beslissing van de tweede kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 22 februari 2010 in zaak R 1204/2009-2 vernietigen;

het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) verwijzen in de kosten van de procedure, met inbegrip van die van de beroepsprocedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Aanvrager van het gemeenschapsmerk: Renta Siete, SL

Betrokken gemeenschapsmerk: woordmerk "DIVINUS" voor waren en diensten van de klassen 30, 33 en 35

Houder van het oppositiemerk of -teken in de oppositieprocedure: verzoekster

Oppositiemerk of -teken: nationaal beeldmerk dat de woordelementen "Moselland Divinum" bevat voor waren van klasse 33

Beslissing van de oppositieafdeling: afwijzing van de oppositie

Beslissing van de kamer van beroep: verwerping van het beroep

Aangevoerde middelen: schending van artikel 76, lid 2, van verordening (EG) nr. 207/20091 en van de regels 19, lid 2, en 20, lid 1, van verordening (EG) nr. 2868/952, doordat de kamer van beroep niet naar behoren en/of voldoende het bewijs van het bestaan van de oudere rechten in aanmerking heeft genomen; schending van artikel 76, lid 1, tweede volzin, van verordening (EG) nr. 207/2009 doordat de kamer van beroep zich niet heeft beperkt tot het gebruik van het door verzoekster overgelegde bewijsmateriaal; schending van artikel 78, leden 1, 3 en 4, van verordening (EG) nr. 207/2009 wegens onjuiste beoordeling van het bewijs en doordat de kamer van beroep genoegen heeft genomen met de verkrijging van een inlichting terwijl een met deze inlichting tegenstrijdig bewijs reeds was overgelegd; schending van artikel 75, tweede volzin, van verordening (EG) nr. 207/2009 doordat de kamer van beroep verzoekster niet de mogelijkheid heeft geboden om opmerkingen te formuleren over de ambtshalve verzamelde feiten; schending van regel 50, lid 1, van verordening (EG) nr. 2868/95 doordat de kamer van beroep de overlegging van de verklaring van ontvangst ten onrechte niet heeft beschouwd als afdoende bewijs van de toegang tot de documenten binnen de gestelde termijn; schending van regel 50, lid 1, derde zin, van verordening (EG) nr. 2868/95 wegens machtsmisbruik en ten slotte schending van regel 51, sub b, van verordening (EG) nr. 2868/95 doordat de kamer van beroep ten onrechte de terugbetaling van de beroepstaks niet heeft gelast.

____________

1 - Verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het gemeenschapsmerk (PB L 78, blz. 1).

2 - Verordening (EG) nr. 2868/95 van de Commissie van 13 december 1995 tot uitvoering van verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad inzake het gemeenschapsmerk (PB L 303, blz. 1).