Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Corte suprema di cassazione (Italië) op 8 februari 2024 – Questore della Provincia di Ragusa, Ministero dell’Interno / M. A.

(Zaak C-105/24, Questore della Provincia di Ragusa en Ministero dell’Interno – II)

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Corte suprema di cassazione

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Questore della Provincia di Ragusa, Ministero dell’Interno

Verwerende partij: M. A.

Prejudiciële vraag

Staan de artikelen 8 en 9 van richtlijn 2013/33/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van normen voor de opvang van verzoekers om internationale bescherming1 , mede gelet op de doeleinden die kunnen worden afgeleid uit de overwegingen 15 en 20 daarvan, in de weg aan een regeling van nationaal recht die als alternatief voor de bewaring van de verzoeker (die geen paspoort of ander gelijkwaardig document heeft overhandigd) voorziet in een borgstelling waarvan de hoogte is vastgesteld op een vast bedrag (dat voor het jaar 2023 4.938,00 EUR bedraagt, en in eigen persoon in één keer moet worden betaald middels een bank- of verzekeringsgarantie) in plaats van een variabel bedrag, zonder te voorzien in de mogelijkheid om het bedrag aan te passen aan de individuele situatie van de verzoeker of om de borgstelling door derden te laten verrichten, zelfs niet uit familiale solidariteit, waardoor er voorschriften worden opgelegd die kunnen verhinderen dat de alternatieve maatregel wordt gebruikt door personen die niet over toereikende middelen beschikken, en er geen met redenen omklede beslissing kan worden gegeven waarin per geval de redelijkheid en de evenredigheid van een dergelijke maatregel ten opzichte van de situatie van de verzoeker worden onderzocht en beoordeeld?

____________

1     PB 2013, L 180, blz. 96.