Language of document :

Beroep ingesteld op 23 juni 2008 - Konsum Nord / Commissie

(Zaak T-244/08)

Procestaal: Zweeds

Partijen

Verzoekende partij: Konsum Nord ekonomisk förening (Umeå, Zweden) (vertegenwoordiger: U. Öberg, advocaat)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

volledig nietig te verklaren beschikking C(2008) 311 def. van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 30 januari 2008 betreffende de steunmaatregel die Zweden ten uitvoer heeft gelegd ten gunste van Konsum Jämtland ekonomisk förening;

de Commissie te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Bij beschikking van 30 januari 2008 betreffende steunmaatregel C 35/06 (ex NN 37/06) die Zweden ten uitvoer heeft gelegd ten gunste van Konsum Jämtland, die in 2006 fuseerde met verzoekster, stelde de Commissie vast dat de verkoop door de gemeente Åre van delen van een onbebouwd terrein voor 2 miljoen SEK in plaats van de 6,6 miljoen SEK die waren geboden door Konsum Jämtland's concurrent, Lidl, met artikel 87 EG strijdige staatssteun vormde.

Verzoekster stelt ter ondersteuning van haar vordering een aantal beoordelingsfouten van de Commissie bij de kwalificering van de omstreden verkoop als staatssteun:

de Commissie is er ten onrechte van uitgegaan dat niet tegen de marktprijs is verkocht en Konsum Jämtland dus economisch werd bevoordeeld;

de Commissie heeft er geen rekening mee gehouden dat de verkoop een onderdeel van een aantal transacties betreffende terreinen tussen verschillende partijen in het kader van het ontwikkelingsplan van Åre was;

de Commissie is er ten onrechte van uitgegaan dat aan het bod van de concurrent Lidl geen voorwaarden waren verbonden en dat het bindend en geloofwaardig was;

de Commissie heeft het beginsel van een particuliere investeerder in een markteconomie verkeerd toegepast.

Verzoekster stelt voorts dat de Commissie haar eigen richtsnoeren in haar mededeling betreffende staatssteunelementen bij de verkoop van gronden en gebouwen door openbare instanties1 niet heeft toegepast en in strijd met haar onderzoeksplicht niet alle feitelijke omstandigheden heeft onderzocht.

Ten slotte stelt verzoekster dat de gestelde staatssteun de mededinging niet vervalst en het handelsverkeer tussen lidstaten niet aantast.

____________

1 - PB 1997 C 209, blz. 3.