Language of document :

Beroep ingesteld op 20 mei 2009 - Slovenië / Commissie

(Zaak T-197/09)

Procestaal: Sloveens

Partijen

Verzoekende partij: Republiek Slovenië (vertegenwoordiger: Ž. Cilenšek Bončina, landsadvocaat)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

nietig verklaren beschikking C (2009) 1945 van de Commissie van 19 maart 20091 houdende onttrekking aan communautaire financiering van bepaalde uitgaven die de lidstaten voor het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), afdeling Garantie, of voor het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) hebben verricht, voor zover daarbij bepaalde door Slovenië gedane uitgaven aan communautaire financiering zijn onttrokken;

de Commissie verwijzen in de kosten van de procedure;

de Commissie veroordelen tot vergoeding van de kosten van de Republiek Slovenië in de onderhavige procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Bij de bestreden beschikking heeft de Commissie voor de boekjaren 2005 en 2006, wegens wezenlijke controlegebreken en onregelmatigheden in de procedure en in de controlemiddelen, een aantal uitgaven van de Republiek Slovenië aan communautaire financiering onttrokken bij wege van een forfaitaire financiële correctie van 5 % voor de onmiddellijke betalingen waarvoor zij zich heeft gebaseerd op de door haar diensten in maart 2005 in de betrokken lidstaat verrichte verificatie van de nationale controle.

In haar beroepschrift stelt verzoekster met name dat de Commissie:

-    ten gevolge van een verkeerde vaststelling van de feiten artikel 15 van verordening (EG) nr. 2419/2001 van de Commissie2 respectievelijk artikel 23 van verordening (EG) nr. 796/2004 van de Commissie3 verkeerd heeft toegepast door die verificatie te laat te verrichten; zij heeft voor die verificatie een atypische regio gekozen en daar de verificatie verricht met betrekking tot overduidelijk kleine velden; bij die verificatie heeft de Commissie geen rekening gehouden met de internationale standaard 530 en het gebruik van de door verzoekster gehanteerde maatstaf ten onrechte gelaakt;

-    het verbod van ongelijke behandeling van de lidstaten heeft geschonden door de verificatie van de nationale controle in de andere lidstaten op een bredere basis en dus aan de hand van een representatiever staal te verrichten;

-    een maatregel, namelijk de financiële correctie van 5 %, heeft toegepast die, gezien de toegekende hulpmiddelen, kennelijk overdreven is gelet op de ernst en de omvang van de vastgestelde schending;

-    in strijd met het beginsel van goede trouw en goed bestuur heeft gehandeld doordat haar diensten niet zijn opgekomen tegen de richtsnoeren die in de toepassing van de betrokken maatstaf voorzagen, en tot in de herfst van 2005 hebben nagelaten verzoeksters aandacht te vestigen op dat punt.

____________

1 - PB L 75 van 23.3.2009, blz. 15.

2 - Verordening (EG) nr. 2419/2001 van de Commissie van 11 december 2001 houdende uitvoeringsbepalingen inzake het bij verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad ingestelde geïntegreerde beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen (PB L 327, van 12 december 2001, blz. 11).

3 - Verordening (EG) nr. 796/2004 van de Commissie van 21 april 2004 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem waarin is voorzien bij verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PB L 18, van 30 april 2004, blz. 18).