Beroep ingesteld op 21 februari 2024 – Stanecki / Commissie

(Zaak T-108/24)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Rafal Stanecki (Brussel, België) (vertegenwoordigers: A. Champetier en S. Rodrigues, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

het onderhavige beroep ontvankelijk en gegrond te verklaren;

het bestreden besluit en, voor zover nodig, het besluit tot afwijzing van de klacht nietig te verklaren;

de verwerende partij te veroordelen tot vergoeding van de geleden schade op basis van een geschatte waarde van 50 000 EUR;

de verwerende partij te veroordelen tot vergoeding van de door de verzoekende partij geleden schade die wordt geschat op 50 000 EUR, en de verwerende partij in alle kosten te verwijzen.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn beroep tegen het besluit van 3 juli 2023 van het tuchtrechtelijke, tripartiete tot aanstelling bevoegde gezag waarbij verzoeker voor een periode van twaalf maanden de sanctie opschorting van de plaatsing in een hogere salaristrap is opgelegd, voert verzoeker vier middelen aan:

Eerste middel: kennelijke beoordelingsfouten in meerdere voorbereidende handelingen.

Tweede middel: schending van artikel 12 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie (hierna: „Statuut”).

Derde middel: schending van artikel 17 bis van het Statuut, dat wil zeggen van het recht op de vrijheid van meningsuiting dat overigens wordt erkend door artikel 11, lid 1, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

Vierde middel: schending van de artikelen 10 en 22 van bijlage IX van het Statuut, dat wil zeggen van het evenredigheidsbeginsel.

____________