Language of document :

Beroep ingesteld op 1 maart 2024 – Aylo Freesites/Commissie

(Zaak T-138/24)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Aylo Freesites LTD (Nicosia, Cyprus) (vertegenwoordigers: C. Thomas, A. Bray, A. Ghalamkarizadeh en J. Beckedorf, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

Verzoekster verzoekt het Gerecht:

-    besluit C(2023) 8842 final van de Commissie van 20 december 2023 tot aanwijzing van Pornhub als een zeer groot onlineplatform overeenkomstig artikel 33, lid 4, van verordening (EU) 2022/2065 1 van het Europees Parlement en de Raad (hierna: „bestreden besluit”) nietig te verklaren;

artikel 39 van verordening 2022/2065 buiten toepassing te verklaren, voor zover deze bepaling vereist dat het reclameregister publiek beschikbaar wordt gesteld; en

de Commissie te verwijzen in verzoeksters kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster vier middelen aan.

Eerste middel: de Commissie heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting bij de toepassing van artikel 33, lid 1, van verordening 2022/2065, dat de criteria voor de aanwijzing als zeer groot onlineplatform vastlegt. Artikel 33, lid 1, van verordening 2022/2065 of de toepassing van deze bepaling door de Commissie voldoet niet aan de algemene beginselen van rechtszekerheid en evenredigheid.

Tweede middel: door de afwijzing van verzoeksters berekening van de maandelijks actieve afnemers heeft de Commissie feitelijke vergissingen begaan en kennelijke beoordelingsfouten gemaakt, is zij haar motiveringsplicht niet nagekomen, en heeft zij artikel 33, lid 4, van verordening 2022/2065 en de beginselen van rechtszekerheid en evenredigheid geschonden.

Derde middel: door verzoekster aan te wijzen op basis van specifieke cijfers en methoden van twee derden, heeft de Commissie artikel 33, lid 4, van verordening 2022/2065, de beginselen van rechtszekerheid en evenredigheid en verzoeksters recht op een eerlijk proces en recht op een motivering geschonden.

Vierde middel: artikel 39 van verordening 2022/2065 is onwettig voor zover de aanbieders van zeer grote onlineplatforms hun reclameregister publiek beschikbaar moeten stellen. Dit vormt een ongerechtvaardigde inmenging in de vrijheid van ondernemerschap en het eigendomsrecht van verzoekster en discrimineert verzoekster.

____________

1 Verordening (EU) 2022/2065 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende een eengemaakte markt voor digitale diensten en tot wijziging van richtlijn 2000/31/EG (digitaledienstenverordening) (PB 2022, L 277, blz. 1).