Beroep ingesteld op 19 februari 2024 – CL / Commissie

(Zaak T-109/24)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: CL (vertegenwoordiger: N. Flandin, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

het onderhavige beroep tot nietigverklaring ontvankelijk en gegrond te verklaren;

het besluit van 11 januari 2023 van het TABG nietig te verklaren voor zover de algehele en blijvende invaliditeit van de verzoekende partij daarbij niet-beroepsmatig werd verklaard;

voor zover nodig, het besluit van 10 februari 2023 van het TABG waarbij de door de verzoekende partij tegen het besluit van 11 januari 2023 ingediende klacht werd afgewezen, nietig te verklaren;

verweerster te veroordelen tot betaling van schadevergoeding;

verweerster in alle kosten te verwijzen.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij drie middelen aan:

Eerste middel: schending van artikel 41 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en artikel 25, lid 2, van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, en niet-nakoming van de motiveringsplicht.

Tweede middel: onrechtmatigheid van het besluit omtrent de invaliditeit en van het bestreden besluit wegens onregelmatigheden in de voorwaarden waaronder het advies van de invaliditeitscommissie is gegeven.

Derde middel: onrechtmatigheid van het besluit omtrent de invaliditeit en van het bestreden besluit wegens de kennelijke beoordelingsfout betreffende een verkeerde opvatting van het begrip beroepsziekte.

____________