Language of document :

Beroep ingesteld op 21 februari 2024 – Airbus Defence and Space en Marlink Events/EDA

(Zaak T-105/24)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partijen: Airbus Defence and Space SAS (Toulouse, Frankrijk), Marlink Events SAS (Choisy-le-Roi, Frankrijk) (vertegenwoordigers: F. Salat-Baroux en M. Lordonnois, advocaten)

Verwerende partij: Europees Defensieagentschap

Conclusies

Verzoeksters verzoeken het Gerecht:

de volgende besluiten van het Europees Defensieagentschap te vernietigen: (i) het besluit van 12 december 2023 tot afwijzing van de inschrijving die de groepering bestaande uit de vennootschappen Airbus Defence and Space SAS en Marlink Events SAS had ingediend in het kader van aanbesteding 23.ISE.JP.001 betreffende de opdracht voor de levering van satellietcommunicatie binnen de frequentiebanden C, Ku, (civ)Ka, L en UHF, van bandapparatuur (mil)Ka & X en aanverwante diensten, en tot gunning van de opdracht aan de vennootschap Telespazio France SAS, (ii) het besluit van 23 januari 2024 tot opheffing van de opschorting van de ondertekening van overeenkomst 23.ISE.JP.001 waartoe op 8 januari 2024 was besloten naar aanleiding van de opmerkingen van Airbus Defence and Space SAS en tot bevestiging van het resultaat van aanbestedingsprocedure 23.ISE.JP.001, waarbij de opdracht aan Telespazio France SAS is gegund en (iii) het besluit van 24 januari 2024 tot ondertekening van overeenkomst 23.ISE.JP.001 met Telespazio France SAS;

het Europees Defensieagentschap te veroordelen om Airbus Defence and Space een bedrag van 21 650 734 EUR te betalen als vergoeding voor de schade die is geleden door de bestreden besluiten, en om Marlink een bedrag van 2 552 350 EUR te betalen als vergoeding van de schade die is geleden door de bestreden besluiten, waarbij deze bedragen moeten worden vermeerderd met vertragingsrente en gekapitaliseerde rente;

het Europees Defensieagentschap te verwijzen in alle kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van hun beroep voeren de verzoekende partijen zeven middelen aan.

Eerste middel: ontoereikende motivering en onjuiste toepassing van het recht in de weigeringsgronden om details betreffende de financiële score over elke kandidaat mede te delen, terwijl de loutere verstrekking van informatie betreffende deze score, zoals vereist door artikel 170 van verordening 2018/1046 van 18 juli 2018, geen schending van de vertrouwelijkheid van de inschrijvingen van elke kandidaat vormt.

Tweede middel: onjuiste toepassing van het recht en kennelijke beoordelingsfout in de analyse van de conformiteit van de offerte van de gekozen inschrijver, aangezien de aanbestedende dienst zich er niet volledig van vergewist heeft dat de gekozen inschrijver voldoet aan alle vereisten vastgesteld in de consultatiedocumenten overeenkomstig artikel 56 van richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van richtlijn 2004/18/EG.

Derde middel: kennelijke beoordelingsfout en verkeerde opvatting bij het onderzoeken van de respectieve offertes van de twee kandidaten met betrekking tot de optionele sub-subcriterium O-007 van subcriterium 4 van het criterium ,,Technical Award Criteriaˮ, aangezien de gekozen inschrijver niet heeft bewezen dat hij voldeed aan dat sub-subcriterium, aangezien er geen UHF-capaciteit beschikbaar was op de markt, en de kenmerken van de door verzoeksters voorgestelde UHF-dienst ertoe hadden moeten leiden dat hun groepering het maximale cijfer werd toegekend.

Vierde middel: kennelijke beoordelingsfout en verkeerde opvatting bij het onderzoeken van de offerte van de gekozen schrijver met betrekking tot het sub-sub-criterium „Scenario Cˮ van subcriterium 3 van het criterium „Technical Award Criteriaˮ, aangezien de gekozen inschrijver niet heeft bewezen dat hij voorafgaand aan de aanbesteding een overeenkomst had afgesloten met een van de satellietbedrijven die de in het kader van het sub-subcriterium gevraagde LEO-dienst aanbieden.

Vijfde middel: onjuiste toepassing van het recht, kennelijke beoordelingsfout en verkeerde opvatting bij het onderzoeken van de offerte van de gekozen schrijver met betrekking tot de optionele sub-subcriteria O-003 en O-004 van subcriterium 4 van het criterium ,,Technical Award Criteriaˮ, aangezien de gekozen schrijver niet heeft bewezen dat hij voorafgaand aan de aanbesteding overeenkomsten had afgesloten met sommige van de satellietbedrijven die de in het kader van deze twee optionele sub-subcriteria vereiste diensten aanbieden.

Zesde middel: onjuiste toepassing van het recht, kennelijke beoordelingsfout, schending van het gelijkheidsbeginsel en verkeerde opvatting bij het onderzoeken van de offerte van verzoeksters met betrekking tot het sub-subcriterium ,,equipmentˮ van subcriterium 2 van het criterium ,,Technical Award Criteriaˮ, aangezien verzoeksters de verlenging van de garantie evenals de vereiste certificaten voor de terminals wel degelijk hebben verstrekt en de aanbesteedde dienst in ieder geval verzoeksters een verzoek tot nadere toelichting had moeten sturen wanneer zij vragen had over de overlegde certificaten.

Zevende middel: kennelijke beoordelingsfout en verkeerde opvatting bij het onderzoeken van de offertes van verzoeksters met betrekking tot het sub-subcriterium „Scenario Bˮ van subcriterium 3 van het criterium „Technical Award Criteriaˮ, aangezien de antwoorden van verzoeksters te plaatsen zijn binnen het bestek van de aanbesteding vielen.

____________