Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de rechtbank Noord-Holland (Nederland) op 7 november 2023 – B tegen Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

(Zaak C-656/23, Karaman 1 )

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Rechtbank Noord-Holland

Partijen in het hoofdgeding

Verzoeker: B

Verweerder: Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

Prejudiciële vragen

Komt aan artikel 6 van de Richtlijn 2013/32/EU 1 (Procedurerichtlijn) relevantie toe voor de beantwoording van de vraag met welke ingangsdatum een verblijfsvergunning dient te worden verleend?

Zo ja, moet artikel 6 van de Procedurerichtlijn zo worden uitgelegd dat bepalend is voor de ingangsdatum van de verblijfsvergunning, de datum waarop het verzoek om internationale bescherming:

-    is gedaan (artikel 6, eerste alinea van het eerste lid van de Procedurerichtlijn); dan wel

-    is geregistreerd (artikel 6, eerste alinea van het eerste lid en vijfde lid van de Procedurerichtlijn); dan wel

-    (formeel) is ingediend (artikel 6, tweede, derde en vierde lid van de Procedurerichtlijn)?

Indien het doen van het verzoek niet bepalend is voor de ingangsdatum van de verblijfsvergunning, hoe verhoudt zich dat tot artikel 13 van de Kwalificatierichtlijn1 in samenhang met overweging 21 van de considerans, gelet op het daarin opgenomen declaratoire karakter van het vluchtelingschap?

____________

1 De naam van de onderhavige zaak is een fictieve naam, die niet overeenkomt met de werkelijke naam van enige partij in de procedure.

1 Richtlijn 2013/32/EU van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 26 juni 2013 betreffende gemeenschappelijke procedures voor de toekenning en intrekking van internationale bescherming (PB 2013, L 180, blz. 60).

1 Richtlijn 2011/95/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 inzake normen voor de erkenning van onderdanen van derde landen of staatlozen als personen die internationale bescherming genieten, voor een uniforme status voor vluchtelingen of voor personen die in aanmerking komen voor subsidiaire bescherming, en voor de inhoud van de verleende bescherming (herschikking) (PB 2011, L 337, blz. 9).