Language of document :

Beroep ingesteld op 2 juli 2012 - Health Food Manufacturer's Association e.a./Commissie

(Zaak T-296/12)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: The Health Food Manufacturer's Association (East Molesey, Verenigd Koninkrijk); Quest Vitamins Ltd (Birmingham, Verenigd Koninkrijk); Natures Aid Ltd (Kirkham, Verenigd Koninkrijk); Natuur- & gezondheidsproducten Nederland (Ermelo, Nederland); en New Care Supplements BV (Oisterwijk, Nederland) (vertegenwoordigers: B. Kelly en G. Castle, solicitors, en P. Bogaert, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

verordening (EU) nr. 432/2012 van de Commissie van 16 mei 2012 tot vaststelling van een lijst van toegestane gezondheidsclaims voor levensmiddelen die niet over ziekterisicobeperking en de ontwikkeling en gezondheid van kinderen gaan (PB L 136, blz. 1) nietig verklaren;

het besluit van de Commissie van 16 mei 2012 waarbij een lijst wordt vastgesteld van toegestane gezondheidsclaims en een lijst van zogenaamde gezondheidsclaims die on hold zijn gezet die door de Commissie niet werden afgewezen of toegestaan, nietig verklaren;

verwerende partij verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van hun beroep voeren verzoekende partijen drie middelen inzake onwettigheid van de bestreden verordening aan:

Eerste middel:

er is geen enkele rechtsgrondslag voor de vaststelling van een toegestane lijst van algemeen werkende gezondheidsclaims terwijl bepaalde claims onder de overgangsmaatregelen van artikel 28 van verordening (EG) nr. 1924/2006 worden gehouden (dit is het beoordelingsproces splitsen en een gedeeltelijke lijst van claims overeenkomstig artikel 13, lid 1, vaststellen). Voorts schendt dit de beginselen van behoorlijk bestuur, rechtszekerheid en non-discriminatie onder meer doordat er geen rechtvaardiging was om het proces te splitsen, er geen transparantie was met betrekking tot de splitsing, er geen overleg was of geen gepaste redenen werden gegeven voor de splitsing, bepaalde claims "on hold" worden gezet en voordeel blijven halen uit de bestaande overgangsperiodes van verordening (EG) nr. 1924/2006 (ondanks de rechtsonzekerheid met betrekking tot deze overgangsperiodes).

Tweede middel:

het feit dat vele claims niet worden opgenomen op de toegestane lijst, vormt schending van verordening (EG) nr. 1924/2006 door het gebruik van ongeschikte beoordelingscriteria, schending van het beginsel van behoorlijk bestuur en het rechtszekerheidsbeginsel en vormt niet-nakoming van de verplichting tot samenwerking met nationale voedselautoriteiten en de motiveringsplicht.

Derde middel:

indien de hierboven aangevoerde middelen niet worden aanvaard, stellen verzoeksters dat verordening (EG) nr. 1924/2006 op zich ongeldig is wegens schending van het recht om te worden gehoord en strijdigheid met de rechtszekerheid. De onwettigheid van verordening (EG) nr. 1924/2006 wordt in dit beroep aangevoerd op grond van artikel 277 VWEU en ondersteunt de onwettigheid van verordening (EU) nr. 432/2012.

____________