Language of document :

Beroep ingesteld op 2 juli 2012 - Syria International Islamic Bank/Raad

(Zaak T-293/12)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Syria International Islamic Bank Public Joint-Stock Company (Damascus, Syrië) (vertegenwoordigers: G. Laguesse en J.-P. Buyle, advocaten)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

uitvoeringsverordening (EU) nr. 2012/544/GBVB houdende uitvoering van artikel 32, lid 1, van verordening (EU) nr. 36/2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië, wat verzoekster betreft, nietig verklaren;

uitvoeringsbesluit 2012/335/GBVB tot uitvoering van besluit 2011/782/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië, wat verzoekster betreft, nietig verklaren;

de Raad veroordelen tot betaling aan verzoekster van het voorlopige bedrag van 10 000 000 EUR schadevergoeding, onder voorbehoud van een latere verhoging of verlaging van dit bedrag;

de Raad verwijzen in de kosten, met inbegrip van de door verzoekster gemaakte kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster zeven middelen aan.

Schending van het recht van verdediging en van het recht op een eerlijk proces, aangezien verzoekster niet kon worden gehoord vóór het nemen van de maatregelen en de Raad heeft geweigerd dat verzoekster zich verdedigde ten aanzien van concrete gegevens waarover de Raad eventueel beschikte, hoewel verzoekster daarom had verzocht.

Kennelijk onjuiste beoordeling van de feiten, aangezien verzoekster zich, voor zover zij weet en na intern onderzoek en verificaties, niet schuldig heeft gemaakt aan de feiten die haar in de bestreden handelingen worden verweten.

Schending van het evenredigheidsbeginsel aangezien de door de Raad genomen maatregelen zouden leiden tot de sluiting van het financiële stelsel van verzoekster, dat 90 % van haar transacties in EUR uitmaakt. Dit zou leiden tot de nietigheid van een groot aantal lopende overeenkomsten en tot de aansprakelijkheid van verzoekster. Tevens zou dit duizenden Syrische burgers beletten verscheidene bank- en financiële transacties te verrichten.

Onevenredige schending van het eigendomsrecht en van het recht om een beroepsactiviteit uit te oefenen.

Onwettigheid van de bestreden handelingen, aangezien de voorwaarden van artikel 23 van besluit 2011/782/GBVB2 en van de artikelen 14 en 26 van verordening nr. 36/2012 niet zijn vervuld nu verzoekster niet bewust en opzettelijk heeft deelgenomen aan operaties die tot doel hadden de maatregelen te omzeilen.

Machtsmisbruik aangezien de feiten van de onderhavige zaak bij verzoekster de indruk wekken dat de maatregelen zijn genomen om andere redenen dan de in de bestreden handelingen vermelde redenen.

Niet-nakoming van de motiveringsplicht aangezien de motivering van de bestreden handelingen onvolledig is en niet verwijst naar concrete gegevens of naar data waaruit verzoekster kan opmaken welke de haar verweten financiële transacties zijn.

____________

1 - Besluit 2011/782/GBVB van de Raad van 1 december 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië en houdende intrekking van besluit 2011/273/GBVB (PB L 319, blz. 56).

2 - Verordening (EU) nr. 36/2012 van de Raad van 18 januari 2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië en tot intrekking van verordening (EU) nr. 442/2011 (PB L 16, blz. 1).