Language of document :

Arrest van het Hof (Grote kamer) van 16 maart 2021 – Europese Commissie/Hongarije, Republiek Polen

(Zaak C-596/19 P)1

(Hogere voorziening – Artikel 107, lid 1, VWEU – Staatssteun – Hongaarse belasting op advertentieomzet – Elementen voor het bepalen van het referentiestelsel – Progressiviteit van de tarieven – Overgangsregeling inzake de gedeeltelijke aftrekbaarheid van overgedragen verliezen – Bestaan van een selectief voordeel – Bewijslast)

Procestaal: Hongaars

Partijen

Rekwirante: Europese Commissie (vertegenwoordigers: V. Bottka, P.-J. Loewenthal en K. Herrmann, gemachtigden)

Andere partijen in de procedure: Hongarije (vertegenwoordigers: M. Z. Fehér en G. Koós, gemachtigden), Republiek Polen (vertegenwoordiger: B. Majczyna, gemachtigde)

Dictum

De hogere voorziening wordt afgewezen.

De Europese Commissie wordt verwezen in de kosten, daaronder begrepen de kosten die de Republiek Polen heeft gemaakt.

____________

1 PB C 348 van 14.10.2019.