Language of document :

Beroep ingesteld op 13 juni 2021 – Oi Dromoi tis Elias / Commissie

(Zaak T-352/21)

Procestaal: Grieks

Partijen

Verzoekende partij: Oi Dromoi tis Elias (Kalamata, Griekenland) (vertegenwoordiger: S. Vardalas, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

het ongedateerde besluit, dat verzoekster ontving op 23 april 2021 en waarbij verweerster de aanvraag heeft afgewezen waarbij verzoekster had verzocht om te mogen deelnemen (hierna: „voorstel”) als partner aan de uitvoering van activiteiten in het kader van het programma EUROPE DIRECT in Griekenland, overeenkomstig verweersters oproep tot het indienen van voorstellen ED-GREECE-2020/SELECTION OF PARTNERS TO CARRY OUT EUROPE DIRECT ACTIVITIES (2021-2025) IN GREECE, nietig verklaren;

het voorstel van verzoekster om als partner te mogen deelnemen aan de uitvoering van activiteiten in het kader van het programma EUROPE DIRECT in Griekenland, overeenkomstig de oproep van verweerster tot het indienen van voorstellen, aanvaarden.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster vier middelen aan.

Eerste middel: verweerster heeft verzoeksters „voorstel” met betrekking tot het eerste criterium van de oproep tot het indienen van voorstellen onjuist beoordeeld, door erop te wijzen dat verzoekster de omgeving van het bedrijventerrein CIED de Kalamata niet voldoende beschrijft en geen rekening houdt met de numerieke transformatie.

Tweede middel: verweerster heeft verzoeksters „voorstel” met betrekking tot het tweede criterium van de oproep tot het indienen van voorstellen onjuist beoordeeld, door aan te voeren dat CIED de Kalamata beperkte contacten onderhoudt met organisaties zoals micro-, kleine en middelgrote ondernemingen, NGO’s, enz.

Derde middel: verweerster heeft verzoeksters „voorstel” met betrekking tot het derde criterium van de oproep tot het indienen van voorstellen onjuist beoordeeld.

Vierde middel: verweerster heeft verzoeksters „voorstel” met betrekking tot het vierde criterium van de oproep tot het indienen van voorstellen onjuist beoordeeld.

____________