Language of document :

Beroep ingesteld op 13 november 2009 - Slovak Telekom / Commissie

(Zaak T-458/09)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Slovak Telekom a.s. (Bratislava, Slowaakse Republiek) (vertegenwoordigers: M. Maier, L. Kjølbye en D. Geradin, advocaten)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

Nietigverklaring van het bestreden besluit;

verwijzing van de Commissie in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

In de onderhavige zaak vraagt verzoekster nietigverklaring van besluit C(2009) 6840 van de Commissie van 3 september 2009, waarbij haar overeenkomstig de artikelen 18, lid 3, en 24, lid 1, van verordening nr. 1/20031 wordt gelast, inlichtingen te verstrekken in het kader van zaak COMP/39523 - Slovak Telekom betreffende een procedure op grond van artikel 82 EG en waarbij haar dwangsommen worden opgelegd voor het geval dat zij niet aan dat besluit zou voldoen.

Ter onderbouwing van haar conclusies voert verzoekster drie middelen aan.

Ten eerste is het bestreden besluit in strijd met artikel 18, lid 3, van verordening nr. 1/2003, wat de inlichtingen betreft die betrekking hebben op een tijdvak vóór de toetreding van de Slowaakse Republiek tot de EU. Vóór die datum was de Commissie niet bevoegd, het gemeenschapsrecht toe te passen op gedragingen die op het grondgebied van de Slowaakse Republiek plaatsvonden; bijgevolg is de Commissie niet gerechtigd, haar in dit artikel neergelegde onderzoeksbevoegdheid uit te oefenen ter verkrijging van inlichtingen over dat tijdvak.

Ten tweede schendt het bestreden besluit het in artikel 41, lid 1, van het Handvest van de grondrechten vervatte beginsel van procedurele billijkheid. Het onderzoek van de Commissie naar verzoeksters gedragingen in een tijdvak waarin het gemeenschapsrecht niet van toepassing was en zij niet verplicht was, dit recht na te leven, kan voor verzoekster nadelig zijn.

Ten derde schendt het bestreden besluit het evenredigheidsbeginsel in de zin van artikel 18, lid 3, van verordening nr. 1/2003, volgens hetwelk de Commissie van ondernemingen mag verlangen dat zij alle nodige inlichtingen verstrekken. De Commissie heeft niet het bewijs geleverd van het vereiste verband tussen de gevraagde inlichtingen over een tijdvak vóór de toetreding en de volgens haar onrechtmatige gedragingen van na 1 mei 2004. Inlichtingen of documenten betreffende een tijdvak vóór de toetreding zijn dan ook niet nodig om de Commissie in staat te stellen, te beoordelen of verzoeksters gedragingen na de toetreding met het gemeenschapsrecht in overeenstemming zijn.

____________

1 - Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1, blz. 1).