Language of document :

Beroep ingesteld op 30 juli 2021 – Saure / Commissie

(Zaak T-448/21)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Hans-Wilhelm Saure (Berlijn, Duitsland) (vertegenwoordiger: C. Partsch, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

nietigverklaring van het besluit van de Commissie van 2 juni 2021 tot afwijzing van verzoekers verzoek tot inzage in documenten van de Commissie middels afgifte van kopieën van de volledige correspondentie die de Commissie sinds 1 april 2020 heeft gevoerd

met het bedrijf BioNTech SE,

met de Duitse Bondskanselarij over het bedrijf BioNTech SE en diens producten,

met de Duitse minister van Volksgezondheid over de aankoop van vaccins ter bestrijding van de corona-pandemie,

in het bijzonder over de hoeveelheid door BioNTech ter beschikking gestelde vaccins en de leveringstermijnen ervan, voor zover bij dat besluit geen of slechts gedeeltelijk toegang wordt verleend aan verzoeker;

verwijzing van de Commissie in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker vijf middelen aan.

Eerste middel: verzoeker stelt dat hij krachtens artikel 2, lid 1, van verordening (EG) nr. 1049/20011 een recht van toegang tot de litigieuze documenten van de Europese Commissie heeft.

Tweede middel: artikel 4, lid 1, onder b), van verordening (EG) nr. 1049/2001 staat niet in de weg aan het recht van toegang tot de litigieuze informatie. De gevraagde informatie is noodzakelijk in het belang van zowel de nationale veiligheid, de openbare veiligheid, het economisch welzijn van het land en het voorkomen van wanordelijkheden als de bescherming van de gezondheid. Bijgevolg is een eventuele inbreuk op de persoonlijke levenssfeer en de integriteit van het individu rechtmatig. Ten slotte is de openbaarmaking van de gevraagde informatie van zwaarwegend algemeen belang.

Derde middel: artikel 4, lid 2, tweede streepje, van verordening (EG) nr. 1049/2001 staat niet in de weg aan het recht van toegang tot de litigieuze informatie. Er is geen sprake van de uitsluitingsgrond waarin deze bepaling voorziet, aangezien die uitsluitingsgrond beperkt is in de tijd en enkel betrekking heeft op lopende besprekingen. Verzoekers verzoek om informatie heeft daarentegen uitsluitend betrekking op afgesloten procedures.

Vierde middel: artikel 4, lid 3, eerste alinea, van verordening (EG) nr. 1049/2001 staat niet in de weg aan het recht van toegang tot de litigieuze informatie. Deze bepaling beschermt alleen het lopende besluitvormingsproces. Verzoekers verzoek tot inzage heeft evenwel betrekking op documenten inzake de onderhandelingen van verweerster over de leveringen van vaccins. Die onderhandelingen zijn reeds afgerond. Voorts gebiedt een hoger openbaar belang dat de litigieuze informatie openbaar wordt gemaakt, aangezien de aankoop door de EU van vaccins al weken in heel Europa onderwerp van discussie is en in de media aan bod komt.

Vijfde middel: artikel 4, lid 2, eerste streepje, van verordening (EG) nr. 1049/2001 staat niet in de weg aan het recht van toegang tot de litigieuze informatie. De openbaarmaking van de informatie zou niet leiden tot ondermijning van de commerciële belangen van een natuurlijke of rechtspersoon. De gevraagde informatie bevat geen bedrijfsgeheimen in de zin van richtlijn (EU) 2016/9432 .

____________

1     Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB 2001, L 145, blz. 43).

2     Richtlijn (EU) 2016/943 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende de bescherming van niet-openbaar gemaakte knowhow en bedrijfsinformatie (bedrijfsgeheimen) tegen het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken en openbaar maken daarvan (PB 2016, L 157, blz. 1).