Arrest van het Gerecht van 28 februari 2024 – Passalacqua/Commissie
(Zaak T-318/22)1
(„Openbare Dienst – Ambtenaren – Bevordering – Bevorderingsronde voor 2021 – Besluit om verzoeker niet naar de rang AD 11 te bevorderen – Artikel 45 van het Statuut – Regel van overeenstemming – Vergelijkend onderzoek – Motiveringsplicht – Kennelijke beoordelingsfout – Misbruik van bevoegdheid – Aansprakelijkheid – Materiële en immateriële schade”)
Procestaal: Italiaans
Partijen
Verzoekende partij: Roberto Passalacqua (Brussel, België) (vertegenwoordiger: G. Belotti, advocaat)
Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: M. Brauhoff en L. Hohenecker, gemachtigden)
Voorwerp
Met zijn beroep krachtens artikel 270 VWEU vordert verzoeker ten eerste nietigverklaring van het besluit van de Europese Commissie waarbij zij heeft nagelaten hem in het kader van de bevorderingsronde voor 2021 naar de rang AD 11 te bevorderen (hierna: „bestreden besluit”), het besluit van de Commissie van 1 april 2022 tot afwijzing van klacht R/620/21 en het besluit van de Commissie om de ambtenaren die zijn opgenomen op de lijst in het kader van de bevorderingsronde voor 2021, te bevorderen naar rang AD 11, en ten tweede, subsidiair, vergoeding van de schade die hij stelt te hebben geleden ten gevolge van het bestreden besluit en het besluit van zijn meerderen om de op de paneldiscussie van 14 januari 2021 gegeven presentatie niet in haar geheel te publiceren.
Dictum
Het beroep wordt verworpen.
Roberto Passalacqua wordt verwezen in de kosten.
____________
1 PB C 276 van 18.7.2022.