Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sofiyski rayonen sad (Bulgarije) op 15 december 2021 – Y. YA / K. P.

(Zaak C-797/21)

Procestaal: Bulgaars

Verwijzende rechter

Sofiyski rayonen sad

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Y. YA

Verwerende partij: K. P.

Prejudiciële vragen

Moet artikel 19, lid 1, tweede alinea, VEU aldus worden uitgelegd dat door schending van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht niet wordt verzekerd dat de burgers beschikken over de nodige rechtsmiddelen voor een daadwerkelijke rechtsbescherming, wanneer het in een lidstaat van de Europese Unie mogelijk is om bij beslissing van een leidinggevend orgaan van de rechterlijke macht dat onafhankelijk is van de andere staatsorganen, rechters met hun instemming voor onbepaalde tijd te detacheren bij een hogere rechterlijke instantie, indien is voorzien in voorwaarden voor de beslissing over de beëindiging van de detachering en in een rechtsmiddel daartegen, dat tijdens de aanhangige procedure evenwel geen opschortende werking heeft, en aan de hand van welke criteria moet concreet worden beoordeeld of een detachering voor onbepaalde tijd mogelijk is?

Zou het antwoord op de eerste vraag anders luiden, wanneer de wet voorziet in objectieve en aan rechterlijke toetsing onderworpen voorwaarden voor de beslissing om een einde te maken aan de detachering, maar niet in door de rechter toetsbare voorwaarden voor de selectie van de te detacheren rechters?

Indien de eerste vraag aldus wordt beantwoord dat de detachering van rechters onder dergelijke omstandigheden mogelijk is wanneer objectieve regels worden nageleefd, moet dan bij de toetsing van de strijdigheid van de nationale bepalingen met het in artikel 19, lid 1, tweede alinea, VEU bedoelde vereiste dat moet zijn voorzien in voldoende rechtsmiddelen, niet alleen rekening worden gehouden met de wettelijke criteria, maar ook met de wijze waarop deze door de bevoegde bestuurlijke en rechterlijke autoriteiten worden toegepast?

Moet beschikking 2006/929/EG van de Commissie aldus worden uitgelegd dat het antwoord op de voorgaande drie vragen anders zou luiden, wanneer een nationale detacheringspraktijk is vastgesteld, die was gegrond op een regeling die vergelijkbaar is met de actueel geldende regeling, en dit heeft geleid tot bezwaren in het kader van het bij deze beschikking ingestelde mechanisme voor samenwerking en toetsing?

Indien wordt geoordeeld dat de nationale bepalingen voor de detachering van rechters in voorkomend geval in strijd zijn met de verplichting om te voorzien in rechtsmiddelen die nodig zijn om daadwerkelijke rechtsbescherming te verzekeren als bedoeld in artikel 19, lid 1, tweede alinea, VEU, moet dan deze bepaling aldus worden uitgelegd dat zij eraan in de weg staat dat een hogere rechter waarvan de rechtsprekende formatie ook een gedetacheerde rechter bevat, bindende aanwijzingen geeft aan de nationale rechterlijke instantie, en onder welke voorwaarden is dit het geval? Is er in het bijzonder bij aanwijzingen die niet de grond van de zaak betreffen, maar het verrichten van bepaalde proceshandelingen voorschrijven, sprake van een procedurefout?

____________