Language of document : ECLI:EU:C:2013:147

Zaak C‑607/11

ITV Broadcasting Ltd e.a.

tegen

TVCatchup Ltd

[verzoek van de High Court of Justice (England and Wales) (Chancery Divison) om een prejudiciële beslissing]

„Richtlijn 2001/29/EG – Artikel 3, lid 1 – Uitzending door derde via internet van programma’s van commerciële televisiezenders – ,Live streaming’ – Mededeling aan publiek”

Samenvatting – Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 7 maart 2013

Harmonisatie van wetgevingen – Auteursrecht en naburige rechten – Richtlijn 2001/29 – Harmonisatie van bepaalde aspecten van auteursrecht en naburige rechten in informatiemaatschappij – Mededeling aan publiek – Begrip – Uitzending door derde via internet van programma’s van commerciële televisiezenders – Daaronder begrepen – Wederdoorgifte met winstoogmerk door organisatie die concurreert met oorspronkelijke omroeporganisatie – Geen invloed

(Richtlijn 2001/29, art. 3, lid 1)

Het begrip „mededeling aan het publiek” in de zin van artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij moet aldus worden uitgelegd dat het betrekking heeft op een wederdoorgifte van de werken die zijn opgenomen in een via zendmasten uitgezonden televisie-uitzending:

- door een andere organisatie dan de oorspronkelijke omroeporganisatie,

- door middel van een internetstream die ter beschikking wordt gesteld van de abonnees van deze organisatie, die deze wederdoorgifte kunnen ontvangen door op de server van deze organisatie in te loggen,

- hoewel deze abonnees zich in het ontvangstgebied van deze via zendmasten uitgezonden televisie-uitzending bevinden en gerechtigd zijn om deze uitzending op een televisieontvanger te ontvangen.

Een beschikbaarstelling van de werken via wederdoorgifte op internet van een via zendmasten uitgezonden televisieprogramma gebeurt immers volgens een specifieke technische werkwijze die verschilt van de werkwijze voor de oorspronkelijke mededeling. Zij moet dus worden beschouwd als een „mededeling” in de zin van artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29. Een dergelijke wederdoorgifte kan niet worden beschouwd als een louter technisch middel om de ontvangst van de oorspronkelijke uitzending in het ontvangstgebied ervan mogelijk te maken of te verbeteren. Bijgevolg kan zij niet gebeuren zonder de toestemming van de auteurs van de wederdoorgegeven werken wanneer zij aan het publiek worden medegedeeld.

In dit verband ziet het begrip publiek waarnaar artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29 verwijst, op een onbepaald aantal potentiële kijkers en impliceert het voorts een vrij groot aantal personen. Met betrekking tot inzonderheid dit laatste criterium dient rekening te worden gehouden met de cumulatieve gevolgen van de beschikbaarstelling van de werken aan de potentiële kijkers. In dit verband is de vraag of de potentiële kijkers via een een-op-eenverbinding toegang tot de medegedeelde werken hebben, niet relevant. Deze techniek belet immers niet dat een groot aantal personen tegelijk tot hetzelfde werk toegang heeft.

Bovendien is de voorwaarde van het „nieuwe publiek” niet relevant in geval van gelijktijdige beschikbaarstelling op internet van werken die zijn opgenomen in een uitzending via zendmasten. In dit geval moet elk van deze twee doorgiften immers individueel en afzonderlijk door de betrokken auteurs worden toegestaan aangezien beide doorgiften onder specifieke technische omstandigheden gebeuren, met een andere manier van doorgifte van de beschermde werken en elk bestemd voor een publiek.

Voor deze uitlegging van artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29 is het niet van belang dat een dergelijke wederdoorgifte door reclame wordt gefinancierd en dus een winstoogmerk heeft, en evenmin dat zij gebeurt door een organisatie die rechtstreeks concurreert met de oorspronkelijke omroeporganisatie.

Het winstoogmerk is immers niet bepalend om een dergelijke wederdoorgifte te kwalificeren als „mededeling” in de zin van artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29.

(cf. punten 26, 27, 30, 32‑34, 39, 40, 43, 44, 47 en dictum)