Language of document : ECLI:EU:T:2014:1016

Zaak T‑661/11

Italiaanse Republiek

tegen

Europese Commissie

„EOGFL – Afdeling ‚Garantie’ – ELGF en Elfpo – Van financiering uitgesloten uitgaven – Zuivelproducten – Bestemmingsontvangsten – Essentiële controles – Tardiviteit – Forfaitaire financiële correctie – Rechtsgrondslag – Artikel 53 van verordening (EG) nr. 1605/2002 – Terugkomende onregelmatigheden”

Samenvatting – Arrest van het Gerecht (Tweede kamer) van 2 december 2014

1.      Gerechtelijke procedure – Inleidend verzoekschrift – Vormvereisten – Summiere uiteenzetting van de aangevoerde middelen – Vergelijkbare vereisten voor de ter ondersteuning van een middel aangevoerde argumenten – Grieven niet uiteengezet in het verzoekschrift – Algemene verwijzing naar de bijlagen – Niet-ontvankelijkheid

(Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 44, lid 1, sub c)

2.      Landbouw – Gemeenschappelijke ordening van de markten – Melk en zuivelproducten – Extra heffing op melk – Controles door de lidstaten – Controletermijnen – Dwingende termijn – Voltooiing van de controle

(Verordening nr. 595/2004 van de Commissie)

3.      Landbouw – EOGFL – Goedkeuring van de rekeningen – Weigering uitgaven ten laste te nemen die het gevolg zijn van onregelmatigheden bij de toepassing van de Unieregeling – Onregelmatigheden betreffende bestemmingsontvangsten – Forfaitaire financiële correctie door de Commissie overeenkomstig ter zake vastgestelde interne richtsnoeren – Controles die niet voldoende garanties bieden inzake de rechtmatigheid van de aanvragen – Toelaatbaarheid van de toepassing van een forfaitair percentage van 5 of 10 % bij controles ter plaatse buiten de gestelde termijnen in de sector van de zuivelproducten

(Verordening nr. 1605/2002 van de Raad, art. 53, lid 5)

4.      Gerechtelijke procedure – Aanvoering van nieuwe middelen in de loop van het geding – Voorwaarden – Middel gebaseerd op gegevens waarvan in de loop van de behandeling is gebleken

(Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 48, lid 2)

5.      Landbouw – Gemeenschappelijke ordening van de markten – Melk en zuivelproducten – Bestemmingsontvangsten – Extra heffing op melk – Controle van de wijze van inning door de Commissie

(Verordening nr. 1605/2002 van de Raad, art. 53, lid 5)

6.      Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Beschikking betreffende goedkeuring van de rekeningen van door EOGFL gefinancierde uitgaven

(Art. 296 VWEU)

1.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 50, 60)

2.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 64, 65, 135)

3.      De Commissie was, daar zij de hoeveelheden geproduceerde melk niet meer objectief kon vaststellen en het verlies van het Fonds dus niet nauwkeurig kon ramen, overeenkomstig de richtsnoeren gerechtigd een forfaitaire financiële correctie toe te passen gelet op de onregelmatigheden inzake de inning van de extra heffing, namelijk een bestemmingsontvangst. Enerzijds ondermijnen de onregelmatigheden betreffende de buiten de gestelde termijnen uitgevoerde controles ter plaatse namelijk essentiële controles. Anderzijds was de Commissie, gelet op de categorie controles die waren ondermijnd, overeenkomstig de richtsnoeren gerechtigd een forfaitaire financiële correctie van 5 of 10 % toe te passen.

(cf. punten 67, 68, 108)

4.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punt 89)

5.      De extra heffing wordt geacht deel uit te maken van de interventies van de afdeling „Garantie” van het Europees Oriëntatie‑ en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en wordt aangewend voor de financiering van uitgaven in de zuivelsector in een gemeenschappelijke ordening der markten die valt onder het gemeenschappelijk landbouwbeleid. De extra heffing vormt namelijk uit haar aard een ontvangst die wordt aangewend voor de financiering van uitgaven in de zuivelsector. De lidstaten moeten onder toezicht van de Commissie zorgen voor inning van deze ontvangst voor rekening van de afdeling „Garantie” van het EOGFL; de Commissie kan zo haar eindverantwoordelijkheid voor de uitvoering van de begroting op zich nemen. De Commissie beschikt dus over een rechtsgrondslag om de wijze van inning van de extra heffing te controleren en financiële correcties bij onregelmatigheden toe te passen.

(cf. punten 101, 103, 104, 118)

6.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 145, 146)