Language of document : ECLI:EU:T:2014:866





Arrest van het Gerecht (Derde kamer) van 10 oktober 2014 – Marchiani/Parlement

(Zaak T‑479/13)

„Regeling kosten en vergoedingen van de leden van het Europees Parlement – Vergoeding voor parlementaire medewerkers – Terugvordering van de onverschuldigd betaalde bedragen”

1.                     Beroep tot nietigverklaring – Ontvankelijkheid – Verwerping van een beroep ten gronde zonder dat uitspraak over de ontvankelijkheid wordt gedaan – Beoordelingsvrijheid van de Unierechter (Art. 263 VWEU) (cf. punt 23)

2.                     Europees Parlement – Regeling betreffende de kosten en vergoedingen van leden van het Parlement – Terugvordering van ten onrechte betaalde bedragen – Parlementaire vergoedingen – Toepassing van de bepalingen van verordening nr. 966/2012 als lex specialis ten aanzien van de procedure van de regeling betreffende de kosten en vergoedingen van leden van het Parlement (Verordening nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad, art. 78 en 79; besluit 2005/684 van het Europees Parlement) (cf. punten 27‑31)

3.                     Europees Parlement – Regeling betreffende de kosten en vergoedingen van leden van het Parlement – Vergoeding voor parlementaire medewerkers – Ontbreken van bewijsstukken die bewijzen dat bedragen correct zijn besteed – Verplichting tot terugbetaling – Voorwaarden voor toekenning van deze vergoeding waaraan is voldaan ten tijde van de aanvraag – Geen invloed (cf. punten 45, 46, 49, 54)

4.                     Europees Parlement – Regeling betreffende de kosten en vergoedingen van leden van het Parlement – Terugvordering van ten onrechte betaalde bedragen – Verzoek tot terugbetaling in de vorm van een debetnota – Inachtneming van een redelijke termijn – Beoordelingscriteria (Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 41, lid 1) (cf. punten 81‑84, 88)

Voorwerp

Verzoek tot nietigverklaring van het besluit van het Europees Parlement van 4 juli 2013 om van verzoeker een bedrag van 107 694,72 EUR te innen, en van de hierop betrekking hebbende debetnota van 5 juli 2013

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

Jean-Charles Marchiani wordt in de kosten verwezen.