Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Sofiyski rayonen sad (Bulgarije) op 14 september 2023 – „Toplofikatsia Sofia” EAD/M. K. T., Ts. B. T., А. K. V.

(Zaak C-569/23, Toplofikatsia Sofia)

Procestaal: Bulgaars

Verwijzende rechter

Sofiyski rayonen sad

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: „Toplofikatsia Sofia” EAD

Verwerende partij: M. K. T., Ts. B. T., A. K. V.

Prejudiciële vragen

1.    Staat artikel 101, lid 1, VWEU in de weg aan een nationale regeling als die welke in casu van toepassing is, op grond waarvan een advocaat op straffe van tuchtrechtelijke maatregelen verplicht is om voor elk van de ingestelde beroepen ongeacht de vorm van de relatie een honorarium overeen te komen dat niet lager is dan het in het besluit vastgestelde minimumbedrag, en op grond waarvan, indien de cliënt gelet op de verhouding tussen het minimumhonorarium en het gevorderde bedrag of wegens economische moeilijkheden niet bereid is een dergelijk honorarium te betalen, de enige wettelijke mogelijkheid voor de advocaat erin bestaat om een overeenkomst met de cliënt te sluiten en kosteloos rechtsbijstand te verlenen, waarbij in dat geval de rechter voor elk ingesteld beroep een honorarium moet vaststellen en aan de advocaat moet toekennen dat niet lager mag zijn dan het door de hoge raad voor de advocatuur vastgestelde minimumbedrag, zonder dat hij de mogelijkheid heeft om dit bedrag te verlagen, indien het verschuldigde honorarium kennelijk buitensporig hoog is?

2.    Staat artikel 101, lid 1, VWEU in de weg aan een nationale regeling als die welke in casu van toepassing is, op grond waarvan een advocaat in geval van wettelijke minimumhonoraria voor advocaten die zijn vastgesteld bij een voor alle advocaten bindend besluit van een ondernemersvereniging (de hoge raad voor de advocatuur), kosteloos rechtsbijstand kan verlenen aan een cliënt die hij als een persoon in economische moeilijkheden beschouwt, en de rechter, zonder dat hij dit kan verifiëren, verplicht is om de advocaat een honorarium toe te kennen dat gelijk is aan het bij het besluit van de ondernemersvereniging vastgestelde minimumbedrag?

____________