Language of document : ECLI:EU:T:2011:17





Beschikking van de president van het Gerecht van 24 januari 2011 – Rubinetterie Teorema/Commissie

(Zaak T‑370/10 R)

„Kort geding – Mededinging – Beschikking van Commissie waarbij geldboete wordt opgelegd – Bankgarantie – Verzoek tot opschorting van tenuitvoerlegging – Financiële schade – Geen uitzonderlijke omstandigheden – Geen spoedeisendheid”

1.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Fumus boni juris – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Cumulatieve voorwaarden – Afweging van belangen – Beoordelingsvrijheid van rechter in kort geding (Art. 256, lid 1, VWEU, 278 VWEU en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 10‑12)

2.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Bewijslast – Financiële schade – Situatie waarin voortbestaan van verzoekende vennootschap in gevaar komt – Beoordeling met inachtneming van situatie van groep waartoe zij behoort (Art. 278 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 28‑33, 36‑38)

3.                     Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Opschorting van verplichting om bankgarantie te stellen als voorwaarde voor niet onmiddellijk invorderen van geldboete die is opgelegd wegens schending van mededingingsregels – Voorwaarden voor toekenning – Buitengewone omstandigheden – Inaanmerkingneming van groep waartoe onderneming behoort en van aandeelhouderschap ervan – Bewijslast (Art. 278 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 41‑43)

Voorwerp

Verzoek tot opschorting van de tenuitvoerlegging van beschikking C(2010) 4185 def. van de Commissie van 23 juni 2010 inzake een procedure op grond van artikel 101 [VWEU] en artikel 53 EER-Overeenkomst (zaak COMP/39092 – badkamerinrichting)

Dictum

1)

Het verzoek in kort geding wordt afgewezen.

2)

De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.